NVWA treft bruinrot aan bij twee pootgoedbedrijven

Beide getroffen telers hebben gebruik gemaakt van pootgoed met dezelfde herkomst. Het onderzoek richt zich vooral op de twee getroffen telers en nog vijf andere pootgoedtelers (het herkomstbedrijf en andere bedrijven die pootgoed van dezelfde herkomst hebben gebruikt). Het onderzoek is nog niet afgerond. Op dit moment zijn bij twee van de vijf overige telers verwante partijen verdacht. Bij drie pootgoedtelers is geen bruinrot aangetroffen. Er zijn aanwijzingen dat de besmetting ontstaan is in 2015 op het herkomstbedrijf toen tijdens een zware storm water oppervlaktewater op het betreffende pootgoedperceel terecht is gekomen.
Maatregelen
De NVWA legt maatregelen op aan bedrijven waar een besmetting met bruinrot is vastgesteld. De betreffende partij wordt besmet verklaard en alle andere pootgoedpartijen mogen niet worden uitgeplant. Verder gelden er beperkingen aan de percelen en moeten hygiënemaatregelen worden genomen. Voor de drie genoemde bedrijven waar geen bruinrot is aangetroffen beperken de maatregelen zich tot de verwante partij en hygiënemaatregelen.
Bruinrot is sinds 2009 niet meer aangetroffen in pootaardappelen. In 2011 werd de bacterie Ralstonia voor het laatst aangetroffen in consumptieaardappelen. Bruinrot is een plantenziekte die wordt veroorzaakt door de bacterie Ralstonia solanacearum. De bacterie heeft een quarantainestatus in de EU.
Lees ook:
Vondst van bruinrot bewijst succes van Nederlandse aanpak
‘Niet tornen aan maatregelen tegen bruinrot’
Tekst: NVWA
Beeld: Fenneke Wiepkema