Handelshuis kiest voor ketenbenadering of verschuifbaar pootgoed

Voor de grootste handelshuizen telt de ketenbenadering het zwaarst. Agrico en HZPC profileren zich naar de internationale kopers van pootgoed als kenners van de hele keten. De consumenten en verwerkers stellen eisen en beide bedrijven denken mee met de klant. Bij HZPC en Agrico is innovatie in de veredeling de troef en de investeringen richten zich daarop. Voorspelbare genetica, hoe moeilijk ook bij de aardappel, is het aanbod.
Voor de supermarkt willen de handelshuizen een hele mooie aardappel leveren en voor de fritesverwerkers gaat de service ver. HZPC wil de aardappelkennis delen met de afnemers, zodat die bovenop het ras ook nog een goed verhaal over duurzaamheid, hulp bij verwerking en vermarkting en steun in de vorm van teeltkennis voor de telers krijgen.
Lastig jaar
Tegenover de wens voorspelbare genetica te leveren staat een moeilijk teeltseizoen 2016. Het valt de telers voor de versmarkt niet mee een mooie aardappel te rooien. Deze telers zien op dit moment dat de fritesindustrie een paar cent meer betaald dan de tafelmarkt. Peter van Eerdt van Danespo becijfert dat in Noordwest-Europa de fritesverwerkers een vijftien keer grotere markt bieden dan de tafelmarkt. Voor grote telers is het volgens hem daardoor aantrekkelijker geworden die markt te beleveren. Waarom moeilijk doen als het net zo goed betaalt om fritesgeschikte aardappelen te telen? Danespo ziet daarom juist een kans in dubbeldoelrassen. De teler kan dan nog kiezen of het tafel of friet wordt. Dat staat haaks op de specialistische insteek die HZPC, Agrico en andere handelshuizen vaak kiezen.
Op traditionele exportmarkten is geld de onzekere factor. De telers van pootgoed willen daarom een uitwijkmogelijkheid hebben. Als Egypte niet kan importeren, Algerije heeft de financiële ruimte voor import niet of onrust in het Midden-Oosten maakt handel moeilijk, dan wil de handel naar buurlanden of verdere bestemmingen uit kunnen wijken.
Voor de zeer kritische klant in West-Europa is leveren op maat belangrijk, maar richting oosten, zuiden of ver over zee speelt dat minder sterk, al is er een trend naar meer eisen bij professionalisering van verwerking of handel. Ian Guindi van pootgoedhuis Caithness merkt dat Europese pootgoedtelers voorzichtiger worden met het telen van rassen die geen alternatieve bestemming hebben. Maatwerk conflicteert daardoor met afzetzekerheid. Het ene handelshuis mikt daarom op hoogwaardige contacten en het andere op een backup voor de zekerheid. Voor beide is wat te zeggen.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes