Task Force Veerman: Marktoriëntatie EU nog niet op orde
De task force werd begin dit jaar opgericht door commissaris Hogan, om de positie van de boeren in de keten EU-wijd te onderzoeken. Tijdens het overleg van landbouwministers van maandag en dinsdag presenteerde Veerman zijn rapport.
De task force concludeerde dat de beweging van door de Commissie gereguleerde markten naar vrije markten (nog) niet is geslaagd, al kiest het rapport minder kritische woorden. Daar heet het dat de beweging een 'werk in uitvoering' is, maar dat er nog stevig getimmerd moet worden voordat die beleidsverandering af is. De bescherming die de EU de landbouwer heeft geboden, is verminderd, maar de instrumenten die daarvoor in de plaats hadden moeten komen, en waarmee de boer zelf een betere positie in de markt had kunnen krijgen, zijn nog maar onvolledig aanwezig. Veerman c.s. bevelen de EU aan om die instrumenten alsnog (verder) te ontwikkelen.
Marktinformatie
Zo stelt de task force dat er sprake is van een onevenwicht in marktinformatie. Grotere ketenpartijen hebben meer zicht op marktontwikkelingen dan boeren en kunnen daardoor betere prijsbeslissingen nemen. Die onbalans zorgt voor wantrouwen tussen de verschillende schakels in de keten, in het bijzonder over de prijzen die andere partijen aan boeren geven.
Het rapport beveelt daarom aan om andere schakels in de keten op te leggen om hun prijsgegevens en andere data te delen, zodat landbouwers meer zicht krijgen op, en beter kunnen inspelen op, de marktontwikkelingen.
De Europese Commissie moet daarbij zelf ook aan de slag. Ze publiceert nu gegevens in de vorm van observatoria voor melk en vlees, en markt-dashboards, maar de gegevens daarin lopen vaak maanden achter en worden bovendien niet in alle lidstaten op dezelfde manier gemeten. Die problemen moet de Commissie ook aanpakken.
Samenwerking
In het laatste GLB hebben boeren de mogelijkheid gekregen om samen producentenorganisaties op te richten, maar het is onduidelijk wat die organisaties nu eigenlijk mogen. De regels moeten daarom helder en werkbaar worden. Producentenorganisaties moeten daarbij expliciet de bevoegdheid krijgen om collectief hun productie en verkoop af te stemmen. Daarvoor moet in de mededingingswetten ruimte worden geschapen.
Risicomanagement
Hoewel er op EU-niveau instrumenten zijn om vooraf risico af te dekken, wordt daar weinig gebruik van gemaakt. De task force beveelt aan om die instrumenten aantrekkelijker te maken voor individuele boeren. Daarbij moet de EU de risico's ook inzichtelijker maken. Daarna moet de EU de ontwikkeling van futures markets (waarin boeren van te voren prijzen af kunnen dekken) stimuleren door referentieprijzen te geven die als 'ankers' kunnen dienen voor futures-contracten.
Oneerlijke handelspraktijken
Het team van Veerman signaleert dat boerenorganisaties nu initiatieven hebben opgezet om oneerlijke handelspraktijken te signaleren, maar vanwege het vrijblijvende karakter en de angst bij boeren voor de gevolgen als ze daar zaken aanhangig maken, maken deze initiatieven ineffectief. Daarom stelt het rapport dat goede wetgeving op EU-niveau op dit punt nodig is.
Reacties
Copa Cogeca, de Europese koepel van landbouworganisaties, is positief over het rapport. Vooral de oproep voor wetgeving om oneerlijke handelspraktijken aan te passen en om boeren toegang te bieden tot betere marktinformatie zijn welkom. Maar het belangrijkste inkomensstabilisatie-instrument blijft volgens de koepel toch de directe inkomenssteun.
LTO laat weten 'met veel interesse kennis genomen te hebben van het advies.' Versterking van de positie van boeren is belangrijk, maar volgens LTO moeten de mededingingsregels ook ruimte bieden voor duurzaamheidsafspraken in de keten.
CDA-Tweedekamerlid Jaco Geurts juicht het rapport toe. 'Het CDA pleit al langer voor het instellen van een onafhankelijke instantie, een voedselscheidsrechter, om scheve marktverhoudingen aan te pakken', stelt hij. 'De uitkomsten van het rapport sluiten naadloos aan bij mijn initiatiefnota.'