Europese Commissie wil dat landbouw weer wordt gewaardeerd, en concurrerender, maar ook duurzamer

De visie onderscheidt vier prioriteiten: de sector moet aantrekkelijk worden, concurrerend, en duurzamer. Daarnaast moet ook het landelijk gebied worden opgewaardeerd.
Als eerste moet de sector dus aantrekkelijk worden, zodat jongeren er meer voor kiezen om boer te worden. Daarvoor moeten ze kunnen rekenen op een eerlijk inkomen, en ook op nieuwe verdienmodellen als (extra) bron van inkomsten. Om dat te bereiken wil de Commissie onder meer oneerlijke handelspraktijken harder aanpakken, ecosysteemdiensten belonen, en een investeringsprogramma voor de sector opzetten. Ook wil ze het GLB vereenvoudigen. Die vereenvoudiging moet innovatie bevorderen en kansen voor ondernemers creëren. Een nieuw GLB moet minder op verboden en meer op stimuleringen sturen. „Het nieuwe GLB zal meer gericht zijn op boeren die actief bezig zijn met het produceren van voedsel, op de economische levensvatbaarheid van bedrijven en op het beschermen van de leefomgeving”, stelt de Commissie.
Meer concurrerend
Daarnaast moet de sector meer concurrerend worden. Geïmporteerde producten moeten voldoen aan dezelfde standaarden als producten van Europese bodem - vooral op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen en dierenwelzijn. De meest gevaarlijke middelen, die in de Unie zijn verboden, zouden niet via geïmporteerde producten toch Europa binnen moeten kunnen komen. Daarnaast wil de Commissie nieuwe internationale markten aanboren, zodat producten minder afhankelijk worden van de vraag uit één land.
Groene ambities niet uit beeld
Dat alles betekent niet dat de groene ambities van de vorige Commissie uit beeld zijn, want de landbouw moet ook ‘future-proof’, oftewel duurzamer, worden. In de visie van Hansen, die staat voor wat de hele Commissie wil, moet de sector in lijn zijn met de klimaat- en biodiversiteitsdoelen van de EU. Naast regels hierover in het GLB wil de Commissie ook bijvoorbeeld het proces van toegang voor biologische gewasbeschermingsmiddelen versnellen.
Voedselproductie en het beschermen van de natuur hoeven elkaar niet te bijten, stelt de Commissie. „Landbouw gaat over werken met de natuur. Voedselproductie is gebaseerd op, en onlosmakelijk verbonden, met natuur en ecosystemen.” Daarom blijft ze ervan overtuigd dat landbouw en bescherming van het milieu hand in hand kunnen gaan, en kansen voor de boer kunnen bieden - bijvoorbeeld door een beloning voor ecosysteemdiensten.
Tenslotte wil de Commissie ook de woon- en werkomstandigheden in het landelijk gebied versterken en de rechten van werknemers daar beschermen.
Eerste reacties positief
Reacties in het Europees Parlement - in ieder geval in de landbouwcommissie daar - zijn vooralsnog positief. Herbert Dorfmann, leider van de EVP-fractie daar (waar ook het CDA, NSC en de BBB bij zijn aangesloten) ziet dat de Commissie met een frisse, volledige en positieve blik kijkt naar de kritische rol die boeren en de landbouw spelen in Europa. „We verwelkomen de nadruk op de brede rol van de boer in de maatschappij en op de aantrekkingskracht en economische weerbaarheid van de sector”, stelt hij.
Bert-Jan Ruissen, Europarlementariër voor de SGP, vindt het ook goed nieuws dat de Commissie inzet op een concurrentiekrachtige sector die voedselzekerheid kan waarborgen. „Ik ben blij dat de Europese Commissie eindelijk de regeldruk aanpakt en een reality-check gaat uitvoeren op wetgeving”, zegt hij. „Er moet weer ruimte komen voor ondernemerschap.” Maar papier is geduldig, stelt hij, en hij wacht op concrete resultaten. „Ik hoop dat Commissaris Hansen zo snel mogelijk komt met de uitvoerbare plannen die hij in zijn visie aankondigt.”
Volgens Ruissen is het hoog tijd dat Europeanen weer beseffen dat boeren en tuinders onmisbaar zijn voor de voedselzekerheid. „Bovendien hebben we in Nederland, en elders in Europa, bijzonder vruchtbare grond, de vakkennis en goede producten. Daar moeten we zuinig op zijn.”
BBB-Europarlementariër Jessika van Leeuwen ziet positieve ontwikkelingen. „We zijn tevreden dat de Europese Commissie inzet op innovatie om de veehouderij in de EU toekomstbestendig te maken en het belang van een goede concurrentiepositie voor onze boeren erkent”, zegt ze. „Dat gelijke productiestandaarden gehanteerd zullen worden voor producten die de EU binnenkomen, toont dat Commissaris Hansen de zorgen van boeren begrepen heeft.” Maar ze blijft ook bezorgd over bepaalde formuleringen in de visie, zoals de steun voor extensivering van de veehouderij.
Zelfs GroenLinks-PvdA reageert voorzichtig positief. Europarlementariër voor die partij, Bas Eickhout, stelt: „De Commissie zegt terecht dat onzekerheid heeft geleid tot heel veel weerstand en protest bij boeren. Willen we boeren verzekeren van een goede boterham, zodat ze kunnen investeren in verduurzaming, dan moet dat echt veranderen. De visie vandaag bevat vooral prima eerste woorden, maar uiteindelijk gaat het erom dat we ook de honderden miljarden aan landbouwsubsidies anders gaan besteden. Daar moet nog heel wat voor veranderen.” Tachtig procent van de subsidies gaat nu naar twintig procent van de boeren, en dat moet volgens hem eerlijker worden verdeeld.
Volgens Eickhout komt de visie op een cruciaal moment voor Nederland, dat nu te kampen heeft met crisissen op het gebied van mest, stikstof en waterkwaliteit. „Nederland moet dit moment met beide handen aanpakken en gebruiken om boeren een toekomst te bieden”, vindt hij. „Daar horen moeilijke keuzes bij, maar geen keuze maken is veel desastreuzer.”