'Biocontrols krijgen groeiende rol in gewasbescherming'
In de reeks biocontrols die beschikbaar is zijn grofweg vier groepen te onderscheiden zegt hoofd nieuwe technologie Jean-Philippe Albert van Syngenta: mineralen (zoals zwavel en koper), microben en hun producten (virussen, schimmels, bacteriën), extracten van planten en algen en als laatste groep de semiochemicals, waaronder pheromonen vallen. Syngenta streeft ernaar binnen al deze pakketten met middelen te komen. Die moeten geschikt zijn om met de bestaande techniek die aanwezig is op boerderijen direct aan de slag te kunnen.
Volgens Albert is veruit de grootste groep potentiële klanten van Syngenta een kleine boer met maximaal 2 hectare grond en weinig mechanisatie. Dat zijn wereldwijd 450 miljoen boeren. Op de wereld zijn daarnaast 8 miljoen grote boeren.
Bij de introductie wil Syngenta komen met producten die het milieu minder belasten en die veilig zijn voor gebruiker en consument. Albert zegt zich bewust te zijn van de weerstand die in de maatschappij bestaat tegen grote multinationals, tegen onbekende middelen en de vrees dat er resistenties optreden of residu op producten achterblijft. Daarom hecht Syngenta aan een duidelijke communicatie over de vernieuwende stappen die het bedrijf maakt.
Nodig
In eerste instantie hebben telers de biocontrols niet 'nodig'. Ze beschikken vaak over chemische middelen, maar de roep om vergroening neemt toe. Syngenta deed op dit gebied overnames en ging samenwerkingen aan. De samenwerking met biotechnologiebedrijf DSM uit Nederland is daar een voorbeeld van. Sinds een jaar werkt Syngenta met DSM aan een programma dat op zoek is naar middelen die gisten, schimmels en bacteriën kunnen maken. DSM beschikt over veel lijnen van micro-organismen die daarbij van dienst kunnen zijn, Syngenta brengt de landbouwkundige kennis mee en de ervaring met middelentoelatingsprocedures.
Albert verwacht dat als de biocontrols zich positief blijven ontwikkelen in 2030 ongeveer één op iedere tien middelen uit deze categorie is. Tegen die tijd is de wereldwijde markt voor gewasbeschermingsmiddelen 100 miljard euro groot en tenminste 7 miljard daarvan kan door biocontrols ingevuld zijn. Voorzichtigere scenario's gaan uit van kleinere aandelen, maar volgens Albert is meer dan 10 procent marktaandeel voor biocontrols ook mogelijk.
Politiek
Landbouwminister Willy Borsus van België wil tijdens het symposium de politieke bereidheid de ontwikkeling van biocontrols te stimuleren onderstrepen. Hij vroeg zijn kabinet de ontwikkeling te stimuleren en te ondersteunen. Hij noemt in zijn toespraak biopesticiden en laag risicomiddelen als speerpunten én hij wijst op het belang van goede communicatie over de producten. „Voorwaarde is dat het zonder gevaar voor de toepasser, de consument en het milieu kan”, aldus Borsus. Borsus prijst Syngenta voor de open communicatie met de consument.
Nefyto-directeur Maritza van Assen vindt dat het symposium bijzonder goed getimed is. „De aandacht voor biocontrols is groot op dit moment”, stelt zij. Vanuit de vereniging van producenten van gewasbeschermingsmiddelen wijst ze aan de ene kant op de urgentie met deze middelen te komen, maar ze roept ook op pas met uitfaseren van bestaande middelen te komen als de biocontrols breed beschikbaar zijn. 'Geen oude schoenen weggooien voordat er nieuwe zijn', is haar kanttekening.
Versnellen
Van Assen vindt het aandeel van 7 procent biocontrols in 2030 wat te klein. Ze pleit voor een sympeler introductie van de middelen. Dat past volgens haar ook bij de politieke wens die in de 'green deal' neergelegd is. „Er is zelfs een motie aangenomen in de Tweede Kamer om het proces te versnellen”, zegt zij.
„Wat mij opvalt is dat de eerste introducties van biocontrols in de VS zijn en in Turkije. Waarom niet in de Europese Unie?”, vraagt Van Assen zich af.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes