Mestverkenner adviseert kabinet: hef vrijblijvendheid bij mestverwerking op en pak de regie

Knops, eerder onder meer werkzaam als staatssecretaris en minister, is eind november door het kabinet aangesteld als verkenner om oplossingen in kaart te brengen waarmee de druk op de mestmarkt kan worden verminderd. In die rol heeft hij de afgelopen maanden gesprekken gevoerd met mestverwerkers, sectorpartijen, gemeenten en provincies over hoe de vergunningverlening op dit moment verloopt en waar knelpunten zitten bij al die partijen.
In het 10-pagina tellende rapport doet hij vier aanbevelingen: hef de vrijblijvendheid in de mestketen op, neem als Rijksoverheid meer de regie en vergroot de kennis en uitvoeringscapaciteit. Ook moeten er geen (effectieve) opties op voorhand worden uitgesloten.
Aanpassing verplichte mestverwerking
Om wat aan de vrijblijvendheid te kunnen doen, gaat landbouwminister Femke Wiersma het percentage voor verplichte mestverwerking onder de loep nemen en mogelijk aanpassen. Ook gaat ze kijken of er wettelijke mogelijkheden zijn om meer te kunnen sturen. Dit gaat dan met name over de vergunningverlening. Als een aanvraag voor een nieuwe mestvergister stagneert in een bepaalde provincie, dan komt het Rijk in beeld om te zorgen dat de vergunning kan worden verleend. Hoe dit beleid er exact uit gaat zien, is nog niet bekend.
Uit de gesprekken kwam ook naar voren dat voor snelle opschaling van mestverwerking, meer centrale sturing vanuit Den Haag noodzakelijk is, schrijft Knops. ‘Sectororganisaties weten elkaar niet te vinden in de zoektocht naar oplossingen. Mestverwerking vergt forse investeringen en langdurig samenwerken. Free-ridergedrag is echter steeds lonend gebleken. Zonder verplichtende sturing gaat het dus niet. Partijen waarmee is gesproken accepteren dit ook, en geven aan dat een vorm van centrale coördinatie en sturing noodzakelijk is.’
Afspraken tussen provincies en Rijk
Concreet beveelt Knops aan dat er afspraken moeten worden gemaakt tussen de Rijksoverheid en provincies. ‘Vanwege onvoldoende organiserend vermogen van de sector en bevoegde gezagen om zelf tot een effectieve collectieve aanpak voor mestverwerking te komen is regie van de Rijksoverheid nodig om noodzakelijke acties van medeoverheden en instanties op elkaar af te stemmen en tijdig in te zetten.’
Bij deze integrale aanpak moet er ook aandacht zijn voor het vergroten van verwerkingscapaciteit, het zekerstellen van de aanvoer van mest en het bevorderen van afzet in het buitenland.
Stikstof gooit roet in eten
Wiersma geeft in de Kamerbrief aan dat het maken van bestuurlijke afspraken op dit moment lastig is, omdat de vergunningverlening nagenoeg stilligt. Wel wil ze in gesprek blijven, zodat er alvast voorbereidingen kunnen worden getroffen. Als er dan meer mogelijkheden voor vergunningverlening komen, kan er snel actie worden ondernomen, is het idee. Ze kan daarom de aanbeveling om de vrijblijvendheid in te perken en het maken van afspraken met provincies over mestverwerking op dit moment nog niet overnemen.
Wel gaat ze aan de slag met het uitwerken van een plan om in te zetten op het vergroten van kennis en het daarbij niet op voorhand uitsluiten van (effectieve) opties. Op deze manier kan de kwaliteit van vergunningsaanvragen worden verhoogd en wordt alle beschikbare kennis gebundeld, vertelt Wiersma.
Meerdere technieken noodzakelijk
Het uitsluiten van effectieve opties is nodig, beredeneert Knops: ‘Te vaak worden technieken die bijdragen aan het oplossen van een deel van het probleem gepropageerd als dé oplossing. Er zijn echter meerdere technieken nodig voor een integrale mestverwerking die bijdraagt aan het gelijktijdig reduceren van emissies van ammoniak, produceren van groen gas voor huishoudens en mineralenproducten voor gewasgroei, alsook producten als vloeibare koolstofdioxide, bouwmaterialen en potgrond die bijdragen aan preventie doordat ze producten overbodig maken. Zet erop in om alle potentiële bijdragen aan duurzaamheid te benutten.’
De minister overweegt ook om aan te sluiten bij het Expertisecentrum Groen Gas dat RVO in opdracht van de minister van Klimaat en Groene Groei aan het opzetten is.
Randvoorwaarden
Om de mestverwerking op te kunnen schalen, zijn volgens de verkenner wel enkele randvoorwaarden van belang. Dit zijn de Europese goedkeuring van kunstmestvervangers (Renure, red.) en het invoeren van een bijmengverplichting voor groen gas. Voor Renure hoopt het kabinet dat er snel groen licht vanuit Brussel komt. Voor het invoeren van een bijmengverplichting wacht het kabinet ook nog op goedkeuring van de Europese Commissie en een advies van de Raad van State. Daarna moet het kabinet zelf nog een besluit nemen over de reikwijdte van de bijmengverplichting.
De verkenner geeft het kabinet ook wat datums mee. Knops adviseert om voor 1 mei van dit jaar afspraken op papier te hebben staan die een einde maken aan de huidige vrijblijvendheid op het gebied van mestverwerking. Voor 1 juli 2025 zou er vervolgens beleid moeten zijn voor het invoeren van tijdelijke vergunningen voor nieuwe initiatieven.

Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Tweede Kamer