Van Dam wil optimalisatie toelating middelen kleine toepassingen

Om op korte termijn knelpunten weg te nemen dient de toelating van kleine toepassingen verder te worden geoptimaliseerd. Dit antwoordt de staatssecretaris naar. Staatssecretaris Martijn van Dam op vragen van Dik-Faber (ChristenUnie). Aanleiding van de vragen was een gezamenlijke brandbrief die LTO Nederland, Greenport Holland en de Brancheorganisatie Akkerbouw op 5 december 2016 stuurden over knelpunten in gewasbescherming. Inmiddels heeft het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) de mogelijkheden voor een wederzijdse erkenning van een kleine toepassing verruimd, schrijft de staatssecretaris. Daarnaast lopen er verschillende acties, zoals onderzoek naar het verruimen van de mogelijkheden voor extrapolatie en het aanpassen van de beslismethodiek kleine toepassingen. “Ook in Europees verband is er aandacht voor het optimaliseren van de toelating van kleine toepassingen”, aldus Van Dam. Hij zegt verder toe om de Tweede Kamer nog dit kwartaal te informeren over de uitkomst van een onderzoek naar de uitvoerbaarheid van het zwaarder laten meewegen van geïntegreerde gewasbescherming. Dit bij het beoordelen van aanvragen voor vrijstellingen voor het onderdeel landbouwkundige noodzaak.
Biociden
De Europese Commissie beschouwt producten, die aangeprezen en gebruikt worden ter bestrijding van schadelijke organismen, als gewasbeschermingsmiddelen. Voor de staatssecretaris reden agrariërs te waarschuwen hiermee terdege rekening te houden bij het gebruik van biociden. Het Ctgb beziet op dit moment de wijze van invulling hiervan. Dit onderwerp is recent besproken in het “Platform Duurzame Gewasbescherming”. De deelnemers verkennen, ieder op hun eigen terrein, wat de mogelijke effecten hiervan zijn.
Noodsituaties
Van Dam zegt de mogelijkheid te bieden om in noodsituaties bepaalde middelen voor ten hoogste 120 dagen toe te laten voor beperkt en gecontroleerd gebruik. De verantwoordelijkheid en de financiering voor het aanvragen van een vrijstelling ligt bij de sector. Momenteel zijn in Nederland geen middelen toegelaten voor het bestrijden van muizen in gewassen. Van Dam zegt te begrijpen dat agrariërs naast nietchemische maatregelen en methoden ook chemische middelen tot hun beschikking willen hebben.Het gebruik van anticoagulantia voor het bestrijden van muizen is echter niet aan de orde. Hierbij wijst de staatssecretaris erop dat enkele jaren geleden al met de sector is gezocht naar mogelijkheden om veldmuizen te bestrijden in akkerbouwgewassen. Daarbij is het gebruik van anticoagulantia afgevallen vanwege de risico’s voor het milieu. Via doorvergiftiging lopen bijvoorbeeld roofvogels een hoog risico. Dit proces heeft geleid tot een vrijstelling voor het gebruik van het middel Luxan Mollentabletten. De werkzame stof hiervan (aluminiumfosfide) is geen anticoagulant. Een toelatinghouder dient echter het initiatief te nemen voor het aanvragen van een toelating voor een gewasbeschermingsmiddel voor het bestrijden van veldmuizen. De sector dient het initiatief te nemen voor het aanvragen van een vrijstelling als sprake is van een noodsituatie.Verder zegde de staatssecretaris toe om LTO Nederland, Greenport Holland en de Brancheorganisatie Akkerbouw binnenkort uit te nodigen voor overleg over de aanpak van acute knelpunten die de ambitie naar een groene gewasbescherming in de weg staan.