LTO teleurgesteld over reactie staatssecretaris knelpunten gewasbescherming
'Niks nieuws en vooral veel geblaat en weinig wol’. Die conclusie trekt LTO bestuurder Joris Baecke als portefeuillehouder Plantgezondheid van LTO Nederland over de reactie van staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken op de brandbrief. Hij deelt zijn reactie op de LTO website Nieuwe Oogst. Baecke zegt zich eraan te storen dat de Nederlandse overheid zich in Europa op de borst slaat als voorloper op het gebied van duurzame gewasbescherming. “Maar ondertussen ziet niemand welke schade de knelpunten in eigen land veroorzaken.”
Knelpunten oplossen
Baecke vindt dat Van Dam vooral vergezichten schetst. “Hij heeft alleen oog voor de transitie naar een meer duurzame gewasbescherming. Hij lijkt te vergeten dat op korte termijn ook knelpunten moeten worden opgelost om de land- en tuinbouw überhaupt deze transitie te kunnen laten maken.” De knelpunten waarin de drie organisaties in de brandbrief op wijzen, hebben betrekking op het middelenpakket in kleine teelten, de toelating van laagrisicomiddelen, de regelgeving rond vrijstellingen, het gebruik van biociden en de randvoorwaarden voor een gelijk speelveld in Europa. Van Dam stelt in zijn reactie verder dat het harmoniseren van toelatingen en duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen tijd vergt. Baecke reageert hierop door te stellen dat Nederland onvoldoende gebruik maakt van de ruimte die de Europese wetgeving biedt voor de toelating van bijvoorbeeld groene middelen. “Nederland verschuilt zich achter EU-beleid, terwijl andere lidstaten veel slimmer omgaan met de regelgeving.”
Late reactie op noodoproep
Van Dam reageerde hier vorige week op door te schrijven dat hij bereid is om op ambtelijk niveau mee te werken aan de aanpak van actuele knelpunten. Ook benadrukt de bewindsman dat er voor de overgang naar een duurzame gewasbescherming al veel stappen in de goede richting zijn gezet. Vervolgens verwijst hij, volgens Baecke, naar initiatieven en platforms waar de sectoren al lang bij betrokken zijn. Wat LTO ook stoort is dat de staatssecretaris rijkelijk laat reageert op de noodoproep uit de praktijk. Baecke: “In maart worden de ondertekenaars pas uitgenodigd voor een gesprek op het ministerie. Wij hebben al met al niet echt de indruk dat deze brandbrief op waarde wordt geschat.” Baecke wijst erop dat in de praktijk een goede 'gereedschapskist' nodig is met middelen en maatregelen om geïntegreerd te kunnen werken. “Anders is het niet mogelijk om kwaliteit te leveren en als dat niet kan, blijft er uiteindelijk geen teler meer over.”
