Belgische landbouwministers rechters in suikerconflict

Enkele weken voordat de bieten gezaaid worden is in België een patstelling ontstaan tussen Südzucker en haar telers. Beide partijen geven niets toe wat betreft de prijs en de gevraagde vier garanties. Voor het Coördinatiecomité reden een beroep te doen op de arbitragebevoegdheid van de Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege en haar Waalse collega René Collin. Zij moeten nu gaan rechtspreken in de kwestie tussen de Belgische bietentelers versus Südzucker.
Nabetalingssysteem
Mathieu Vrancken uit Kanne (pal over de grens bij Maastricht) is de voorman van de bietentelers. “Het finale gesprek deze week is op niets uitgelopen. De Tiense Suikerraffinaderij gaf geen duimbreed toe. We hadden vier minimale garanties gevraagd in relatie tot het prijsvoorstel. Op geen enkele garantie wilden ze ingaan. We laten niet meer overons heen lopen.”
Een van de voorwaarden die de Belgische telers willen is een all-inn prijs voor alle landen (Polen, Duitsland, Frankrijk en België) waar Südzucker actief is. “Dit werd ons eerder ook voorgehouden. Echter plotseling is het Duitse nabetalingssysteem niet op België van toepassing. Bij een suikerprijs vanaf 500 euro loopt de Duitse bietenprijs sterker op. Südzucker heeft deze regeling voor de andere landen ingetrokken. De bepaling van de uiteindelijke nabetaling is heel vaag en afhankelijk van diverse grijze factoren. De formule hoe ze deze gaat berekenen geven ze niet prijs. Wij zijn niet de enigste die zich verzetten. Ook onze Poolse collega’s hebben grote moeite met de voorstellen van Südzucker”, weet Vrancken. In Tienen worden tussen de 40.000 en 45.000 ha bieten verwerkt.
Verboden leveringscontracten te tekenen
Mathieu Vrancken: “Het wordt kort dag. We hebben de Vlaams minister van Landbouw Joke Schauvliege en haar Waalse collega René Collin gevraagd om de arbitrage op te starten. We hopen dat er zo snel mogelijk een uitspraak ligt waaraan beide partijen zich moeten houden. We hebben er geen zicht op hoelang dit duurt. In de tussentijd mogen de telers een contractvoorstel van de suikerfabriek niet ondertekenen. De suikerfabriek heeft echter aangegeven dat ze de contracten toch gaat uitsturen. De Europese wetgeving bepaalt echter dat het niet mogelijk is om het bietenseizoen te starten zonder een akkoord over de leveringsvoorwaarden. Dat moét er zijn voor het zaaien van de bieten kan beginnen. Worden er desondanks toch contracten getekend dan kan dat voor beide partijen vervelende consequenties hebben.”
Vier garanties
Op 7 februari besloot de algemene vergadering van de telers om alsnog in te gaan op het voorstel van de Südzucker op voorwaarde dat de fabrikant vier garanties voor de telers inbouwt. Mathieu Vrancken onderstreept dat de telers vasthouden aan deze minimumgaranties. “De telers zijn bereid de geboden lage bietenprijs alsnog te aanvaarden in ruil voor vier minimumvoorwaarden.”
De eerste garantie is een gelijke behandeling van alle telers uit de verschillende Südzuckerfilialen. Eerder publiceerde Südzucker haar contractvoorwaarden voor 2017 in de landbouwpers, waarbij ze stelde dat er identieke voorwaarden zijn voor Polen, België, Frankrijk en Duitsland. De telers willen dit zwart op wit hebben. Zo blijkt dat de Duitse telers een hogere vergoeding tegemoet kunnen zien als de suikerprijs boven de 500 euro stijgt. De tweede garantie betreft het eigen recht van de pulp.
Bij de Tiense moet de teler afstand doen van zijn pulp. De derde garantie gaat over de gelijke behandeling tussen de Belgische telers onderling. De afstand tussen de boer en de fabriek mag geen gevolgen voor de teler hebben. De vierde garantie heeft betrekking op wie mag onderhandelen en zitting nemen in de commissie die zich gaat buigen over de doorberekening van gerealiseerde resultaten in de uiteindelijke bietenprijs.