Slechts een paar politieke partijen erkennen belang akkerbouw
De Nederlandse akkerbouw is hoogproductief en levert premium producten af, stelde Rabobank-analist Harry Smit bij de presentatie van het rapport. Het is een moderne, duurzame sector met goede marktvooruitzichten, en draagt aanzienlijk bij aan de Nederlandse economie. Maar om dit te behouden zijn inventieve oplossingen nodig – van de sector zelf en van ketenpartners, maar zeker ook van de overheid. Dat de presentatie plaatsvond in Nieuwspoort, vlak naast de Tweede Kamer, was dan ook geen toeval.
Want het overheidsbeleid creëert belemmeringen voor de akkerbouw. En dat terwijl de sector de samenleving zeker wat te bieden heeft, vond Smit. Op maatschappelijk belangrijke gebieden als CO2-binding, circulaire economie en biodiversiviteit kan de sector oplossingen bieden.
Drie onderwerpen voor akkerbouw
LTO-vakgroepvoorzitter akkerbouw Jaap van Wenum identificeerde drie onderwerpen waarop de overheid de sector kan bijstaan. Ten eerste innovatie. Nieuwe veredelingstechnieken leiden niet enkel tot hogere opbrengsten, maar kunnen bijvoorbeeld ook het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen terugdringen, betoogde hij. Als die niet worden toegestaan, zullen veredelingsbedrijven uit Nederland en uit de EU wegtrekken, naar landen als de VS, waar ze die vrijheid wel hebben.
Daarnaast is bodemvruchtbaarheid belangrijk. Waar het rapport een bodempaspoort voorstelt, waarmee de bodemkwaliteit wordt vastgelegd, pleitte Van Wenum daarnaast voor het wegnemen van het schot tussen akkerbouw en melkveehouderij. Dat schot leidt tot een minder efficiënt bodembeheer. Ook wilde Van Wenum dat de overheid stappen neemt om de toegang tot akkerbouwgrond veilig te stellen. De sector heeft nu te stellen met een krimpend areaal en gebrek aan financiering.
Weinig kennis van zaken
Een paar Kamerleden waren aanwezig bij de presentatie. Elbert Dijkgraaf (SGP) wees als eerste op de eigen verantwoordelijkheid van de sector. Maar hij zag zeker ook een taak voor de overheid. “De sector heeft geen invloed op zaken als krimp van het areaal of derogatie”, hield hij de zaal voor. “Dat ligt bij het beleid.” Ook vond hij dat het nieuwe kabinet de problemen rond het pachtstelsel eindelijk zou moeten oplossen. “Maar een rapport als dit zou overbodig moeten zijn”, stelde hij. “De Kamer zou genoeg kennis van zaken moeten hebben – maar helaas is dat niet zo.”
Zijn collega Jaco Geurts (CDA) stelde het scherper. “We hebben honderdvijftig Tweede Kamerleden, en geen een van hen heeft verstand van gewasbescherming”, stelde hij. Hetzelfde geldt volgens hem voor bodemvruchtbaarheid, al begint het belang daarvan door te dringen bij andere partijen. “We hebben daarover in de Kamer een rondetafelgesprek gehouden”, vertelde hij, “en verschillende partijen vertelden na afloop dat ze die problemen niet hadden geweten.”
'Waar zijn de linkse partijen?
Helma Lodders (VVD) en Carla Dik-Faber (ChristenUnie) onderstreepten ook het belang van de Nederlandse akkerbouw. Maar samen tellen de vier partijen in de huidige Kamer slechts 61 leden, bij lange na niet genoeg om een meerderheid te bereiken. En de peilingen wijzen vooralsnog niet op een meerderheid na 15 maart. “Waar zijn de linkse partijen?”, vroeg Dijkgraaf dan ook retorisch. “Zaken als bodemvruchtbaarheid, mest en kringloopeconomieën zouden juist hen moeten aanspreken.”
Matthé Elema had wel alle partijen uitgenodigd. “Maar die stellen hun eigen prioriteiten”, meende de voorzitter van de BO Akkerbouw. De presentatie van het rapport is daarom niet het einde van de pogingen om de politiek in beweging te krijgen. “We blijven lobbyen”, vertelde Elema. “We kunnen het initiatief niet aan de politiek laten; we moeten zelf actief blijven.”
Lees ook:
'Akkerbouw is van grote waarde, maar vraagt om inventiviteit'
‘Sleutel duurzaamheid akkerbouw ligt bij overheid’