IRS: onkruidvrij bieten zaaien

Glyfosaat werkt het beste als u spuit op droge onkruiden, bij bewolkt weer, een hoge luchtvochtigheid en een temperatuur van meer dan 5 graden Celsius. Na de bespuiting moet u bij aanwezigheid van zaadonkruiden één tot twee dagen wachten met de zaaibedbereiding. Als er ook wortelonkruiden op het perceel staan is de wachttijd ongeveer een week. Het ploegen van percelen vlak voor het zaaien maakt chemische onkruidbestrijding overbodig.
Na zaai
U kunt ook tegen onkruid spuiten tussen het zaaien en de opkomst van de bieten. Ruim voordat de eerste bieten boven komen kunt u nog een glyfosaat-bevattend middel gebruiken. Vlak voor opkomst van de eerste bieten op het perceel wordt geadviseerd om een diquatbromide-bevattend middel te spuiten. Pas op met grond die niet gesloten ligt en bij regen kort na de toepassing. Controleer dus voor een bespuiting hoever de kieming is.
Lastige onkruiden
Bij lastige onkruiden en een hoge onkruiddruk is een bodemherbicide voor opkomst van de suikerbieten te adviseren. Zijn deze omstandigheden er niet, dan adviseert het IRS geen vooropkomstbespuiting met een bodemherbicide.
Wanneer er lastig te bestrijden onkruiden zoals kamille, hondspeterselie of bingelkruid voorkomen is het advies om een bodemherbicide direct na zaai toe te passen. Voor kamille wordt chloridazon (Pyramin DF) of metamitron (Goltix SC of Bettix SC) geadviseerd. Op lichtere zavelgronden (minder dan 12% lutum) heeft metamitron de voorkeur vanwege de gewasveiligheid. De noodzaak voor een bodemherbicide ter bestrijding van kamille neemt af naarmate er later wordt gezaaid.
Voor hondspeterselie en bingelkruid is het advies om clomazone (Centium 360 CS) in te zetten. Spuit maximaal 0,1 liter per hectare Centium 360 CS(?). Dit middel werkt niet tegen kamille. Vanwege mogelijke gewasschade wordt afgeraden om Centium 360 CS met Pyramin DF te mengen; wel is menging mogelijk met Goltix SC of Bettix SC.
Hoge onkruiddruk
Ook bij een hoge onkruiddruk van het bietenperceel adviseert het IRS om vooraf een bodemherbicide in te zetten. Een geslaagde toepassing van bodemherbicide vermindert het aantal onkruiden. Verder wordt de groei van de overblijvende onkruiden vertraagd, waardoor ze gevoeliger zijn voor na-opkomstbespuitingen. Een bodemherbicide geeft dan meer zekerheid op een geslaagde onkruidbestrijding. Spuit de bodemherbiciden bij voorkeur niet vlak voor een grote hoeveelheid neerslag. Spuiten op vochtige grond, gevolgd door groeizame omstandigheden geeft het beste resultaat. Een handig hulpmiddel is de applicatie IRS-LIZ-Onkruidbeheersing.