Kunstmest verantwoordelijk voor 40 procent CO2 uitstoot van brood

Britse onderzoekers van de universiteit van Sheffield maakten een levenscyclusanalyse voor brood, waarbij ze het hele productieproces in beschouwing namen: de teelt van tarwe, opslag en transport van het graan, het maalproces, het transport van het meel en uiteindelijk het bakken van het brood. Alles bij elkaar genomen komen de onderzoekers voor een brood van 800 gram tot een klimaatvoetafdruk van 0,589 kilo CO2. De onderzoekers houden kunstmest bij de graanteelt verantwoordelijk voor 40 procent van de totale uitstoot. Kunstmest is geen milieu- of klimaatvriendelijk product, want het wordt gemaakt van fossiele brandstoffen. De stikstof in de meststoffenkorrels wordt weliswaar uit de lucht gehaald, maar bij het productieproces zijn hoge temperaturen nodig en die worden meestal bereikt met aardgas.
Productiewijze meenemen
Deze conclusies zijn voor BioForum reden om het klimaatdebat open te trekken naar de productiewijze, én de biologische productiemethode onder de aandacht te brengen. “Bioboeren gebruiken geen kunstmest omdat de korrels de plant voeden maar niet de bodem. Meer nog, ze verstoren het bodemleven, waardoor de bodemvruchtbaarheid op termijn afneemt. Een biologische werkwijze maakt de bodem vruchtbaar met behulp van dierlijke mest, vruchtwisseling en compost. Daardoor wordt de bodem rijk aan organische stof en verhoogt zijn vermogen om koolstof op te slaan”, stelt Bioforum op de website van vilt.be. De biologische sector plaatst al decennialang een alternatieve productiewijze tegenover de gangbare. “Het is al langer geweten dat kunstmest een energieverslindend product is. Als nu blijkt dat bij brood kunstmest verantwoordelijk is voor 40 procent van de totale uitstoot, lijkt het niet meer dan logisch dat uitspraken over de klimatologische impact van producten voortaan genuanceerd worden volgens productiewijze.
Volgens Bioform worden voedingswaren meestal beoordeeld op de meest gangbare manier van produceren. “Zo blijven andere productiewijzen onderbelicht en krijgen deze producten, mogelijk onterecht, mee de wind van voren.”