Kansen voor akkerbouwer en veehouder door samenwerking
Samenwerking
Tijdens de avonden die Countus voor klanten in het eigen werkgebied (Flevoland, Overijssel, Drenthe, Friesland) organiseerde, werd dieper ingegaan op de mogelijkheden om de voordelen van elkaar te benutten. “Er bestaan inderdaad al vormen van samenwerking tussen akkerbouwers en veehouders, maar dat blijft vaak beperkt tot landruil. Daarbij wordt vaak een afspraak gemaakt of er wel of niet mest mee moet”, zegt Erik Arts, ondernemersadviseur van Countus.
Met de schaarste aan landbouwgrond is het logisch dat, daar waar de grond geschikt is voor akkerbouwer en veehouder, gezocht wordt naar samenwerking. De voordelen zijn bijna voor de hand liggend. “De akkerbouwer kan uitbreiden met een hoog saldo aan gewassen. En de veehouder krijgt mestruimte om meer koeien te houden en kan zo voldoen aan de fosfaatreferentie.“
Hoog saldo
De akkerbouwer krijgt ruimte om meer intensieve gewassen te telen. De teelt van gewassen met een hoog saldo of van rustgewassen voor de akkerbouwer leveren voer op voor de veehouder én plaatsingsruimte voor drijfmest. Een voorbeeld is dat de akkerbouwer van tarwe naar grasteelt gaat en dat de melkveehouder dat kan opgeven. Dit past ook in het kader van het duurzaam gebruik van grond. “Door te ruilen is het mogelijk om gewassen met het laagste saldo eruit halen.” Behalve dat er meer grond beschikbaar komt voor de akkerbouwer, is er ook het voordeel van meer organische stof als er een ruil is met grasland. “Als je het ruilt met maïsland, dan maakt het niets uit.”
Interessant is ook het financiële voordeel van samenwerking. Dat bedraagt volgens Countus € 35.000 voor een akkerbouwbedrijf en melkveebedrijf van beide 60 hectare. Dit voordeel is zo groot dat er volgens adviseur Arts wel over de nadelen heen te stappen is.
Rechtsvorm
Buiten de landruil, met of zonder mestaanvoer, zijn er andere vormen van samenwerking tussen akkerbouwers en veehouders. De ondernemers kunnen een stap verder gaan, door samen een juridische rechtsvorm in het leven te roepen. “Dan heb ik het over een VOF met behoud van eigen identiteit van de beide bedrijven. Als de akkerbouwer aardappelen teelt, dan gaat hij alleen over de teelt en de afzet ervan.” Arts spreekt over “verweven, waarbij ieder toch verantwoordelijk blijft voor zijn eigen deel”. In de praktijk bestaan er intussen al voorbeelden van deze vorm van samenwerking. Het is wel maatwerk. “Iedere situatie is anders. Kijk naar je eigen situatie en wat bij jouw past. Bij de buurman kan het heel anders zijn.”
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Fotoarchief Akkerwijzer