LTO en NAV verheugd over invoering equivalente maatregelen bemesting
Vanaf 2014 hebben de NAV en LTO zich hard gemaakt voor de equivalente maatregelen bemesting, stellen beide organisaties in een gezamenlijk persbericht. Maar door discussies en procedures heeft de invoering langer op zich laten wachten dan vooraf gehoopt. Uiteindelijk konden alleen maatregelen worden doorgevoerd waar volledige wetenschappelijke consensus over is.
3 equivalente maatregelen
Uiteindelijk gaat het om drie soorten equivalente maatregelen:
1. Een extra fosfaatgebruiksnorm bij bovengemiddelde opbrengsten bij zes akkerbouwgewassen.
2. Een extra stikstofgebruiksnorm bij bovengemiddelde opbrengsten bij vijftien akkerbouw- en groentegewassen.
3. Een stikstofdifferentiatie bij gps-rijenbemesting in mais op zand- en lössgrond.
De opbrengstafhankelijke fosfaatgebruiksnorm op fosfaatneutrale gronden wordt binnenkort nog gepubliceerd, zo heeft Staatssecretaris Van Dam aan de Tweede Kamer weten.
Extra gebruiksnormen stikstof en fosfaat
Als een ondernemer aantoonbaar een bovengemiddelde opbrengst heeft gerealiseerd, komt hij/zij voor bepaalde gewassen in aanmerking voor een extra fosfaat- en/of stikstofgebruiksnorm op alle grondsoorten. Extra fosfaat kan niet voor gronden met de fosfaattoestand ‘hoog'. Bij de verruiming van de gebruiksnorm fosfaat en stikstof moet de ondernemer beschikken over een schriftelijk bewijs en een samenstellingsverklaring van de accountant van de gewasopbrengsten geleverd aan derden. De drie voorgaande jaren tellen mee voor de opbrengstbepaling, maar in 2017 geldt alleen oogst 2016 en in 2018 die van 2016 en 2017. LTO en NAV zeggen tevreden te zijn met de invoering, omdat zo bedrijfsspecifiek kan worden bemest en kan worden voorkomen dat er tekorten optreden, zonder dat de milieudoelen worden geschaad.
Rijenbemesting mais
De derde maatregel gaat over stikstofdifferentiatie bij gps-rijenbemesting in mais op zand- en lössgrond. De extra stikstofruimte maisland bij gps-rijenbemesting is 25 kilo N per hectare op zand- en lössgrond in Brabant en Limburg en 10 kilo N per hectare op de overige zandgronden. Om de extra stikstofnorm toe te mogen passen, moet de rijenbemesting zijn uitgevoerd met een gps-gestuurde machine. Het zaaien van de mais moet op een afstand van maximaal 12 centimeter van de toegediende meststoffen. Het gaat hierbij om apparatuur die nog niet overal beschikbaar is en waar boeren en loonwerkers zich op moeten instellen.
Monitoring
De Europese Commissie heeft de equivalente maatregelen goedgekeurd, maar vraagt wel om een goede monitoring van de effecten op de waterkwaliteit. Het Ministerie van EZ zal €195 onkosten in rekening brengen aan ondernemers die van de equivalente maatregelen gebruik van willen maken. Door de randvoorwaarden zitten er nogal wat haken en ogen aan de equivalente maatregelen. Er is werk aan de winkel voor het toekomstig mestbeleid om de randvoorwaarden te verbeteren. Toch zijn LTO en NAV nu blij met de invoering ervan en de positieve beweging in het beleid naar maatwerk. Aanmelden voor equivalentie kan via de RVO site vanaf 18 april tot 1 juni. Het ministerie verwacht dat circa 18.000 akkerbouwers en maistelers zullen deelnemen.
Wel of niet interessant?
De regeling is niet voor alle akkerbouwers interessant. Degene die gebruik maakt van de regeling mag minder drijfmest gebruiken. Dit is interessant voor de kunstmestfabrikanten, maar per saldo ontvangt de akkerbouwer minder inkomsten uit de mestafname. Bovendien neemt de totale mestafzetruimte op bouwland af. Verder komt een extra administratie om de hoek kijken, en moet de accountant een samenstellingsverklaring van de gewasopbrengsten geleverd aan derden aanleveren. Ook daarvoor ontvangt de akkerbouwer een factuur. Daarnaast brengt het Ministerie van EZ 195 euro onkosten in rekening bij de ondernemer die van de equivalente maatregelen gebruik van wil maken.