Miniknollen toevertrouwd aan Gronings akkerland

Gesloten systeem
Kor Berghuis, die zijn werk als akkerbouwer combineert met het wethouderschap bij de gemeente De Marne, boert op zavelgrond in het noordwesten van de provincie Groningen, ter hoogte van Schiermonnikoog. Zijn motto: “nait soezen moar doun”!
De teelt van miniknollen maakt al zeker tien jaar deel uit van het bouwplan van Berghuis. Zaterdag werd op zijn bedrijf 0,6 hectare aan miniknollen gepoot. Een speciale teelt wil de akkerbouwer het niet noemen, maar wel dat de knollen worden opgekweekt in een laboratorium. De kleine knollen vormen zijn uitgangsmateriaal voor de komende jaren. “Wij proberen een gesloten systeem te krijgen. Behalve de miniknollen komt er niets van buiten op ons bedrijf. Daarom hebben we de laatste jaren misschien ook weinig last van bacterieziekten”, vertelt Berghuis die voornamelijk levert aan Agrico.
Koud klusje
De datum van 22 april was een redelijk normaal tijdstip van het jaar dat de miniknollen werden gepoot. Het moet omzichtiger dan bij het poten van normaal pootgoed. De machine moet veel langzamer rijden. “Wij hebben drie uur gedaan over die 6 are. Was het gewoon pootgoed geweest, dan was dat in een uur wel geklaard.” Het was wel een koud klusje, want met een temperatuur van 7 graden Celsius waren de handschoenen wel nodig.
De grond lag er volgens de teler overigens ‘wonderbaarlijk goed bij’. De structuur was prima en de grond was goed vochthoudend. “Hoe beter de structuur, des te beter de miniknollen het doen.”
Hij prijst zich gelukkig dat zijn zavelgrond goed ‘opdraagbaar’ of vochtleverend is, want beregenen onder droge omstandigheden is zijn omgeving uit den boze. “Wij zitten hier in een bruinrotgebied. Dus mag er niet worden beregend uit oppervlaktewater.” En beregenen met leidingwater heeft Berghuis nog nooit gedaan. “Eigenlijk zijn de droge jaren bij ons beter dan de natte jaren.”
Vitaliteit
De grootte van de miniknol, die in omvang kan variëren van 10 tot 35 mm, speelt wel een rol bij de vitaliteit. “Heb je een knol met één of twee kiempjes, dan is het redelijk kwetsbaar. Maar als het redelijk ‘aan de loop komt’, zijn ook die best vitaal.
Dat miniknollen trager groeien dan traditioneel pootgoed, dat kan Berghuis niet onderschrijven. “Miniknollen van 30 tot 35 mm doen niet onder voor normaal pootgoed”, zegt de akkerbouwer stellig. Hij stelt met klem dat het hem in principes niet om de kilo’s is te doen, maar meer om de aantallen die uiteindelijk worden geoogst.
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Kor Berghuis