‘Nieuw-Zeelandse ui verser en beter dan Nederlandse’

De import van Nieuw-Zeelandse uien is volgens Jaap de Ruijg van Van der Lans International uienhandel heel verklaarbaar: de Nieuw-Zeelandse ui is in maart geoogst en daardoor aanzienlijk verser en kwalitatief beter dan de Nederlandse ui die al zo’n acht maanden in de schuur ligt. Jaap de Ruijg: “Zeker als het de komende weken warmer wordt gaat de kwaliteit van de ui in de Nederlandse schuur verder achteruit.” De hogere prijs die de inkopers voor de Nieuw-Zeelandse uien moeten betalen deert hen niet. “De supermarkten willen graag mooie, blanken uien in het schap kunnen presenteren, wat zorgt voor een hogere marge”, aldus Jaap de Ruijg.
Versere ui
De belangrijkste afnemers van Nieuw-Zeelandse uien zijn traditioneel de Europese mark met in het bijzonder Duitsland, Frankrijk, en het Verenigd Koninkrijk, maar ook Maleisië, Indonesië en Japan zijn goede afnemers van de Nieuw-Zeelandse uien. Het importseizoen loopt vanaf begin maart tot half Juli, als er weer voldoende nieuwe oogst Europese uien beschikbaar zijn. De populariteit van de Nieuw-Zeelandse uien is toegenomen sinds het einde van de jaren tachtig. Niet door tekorten in Europa, maar eerder door een toenemende vraag naar een versere ui die verkocht kan worden als nieuwe oogst in de periode februari tot en met juni. Het betreft veelal de in Nederland gangbare rassen. De import van deze uien is in de laatste jaren gestaag toegenomen, waardoor deze een belangrijke plaats innemen op de Europese markt.
Verdubbeling export
De Nieuw-Zeelandse uien wordt een steeds grotere speler op de wereldmarkt. In 2016 bedroeg het Nieuw-Zeelandse uienareaal 5.235 ha. Hiervan ruim 4.600 ha bruine uien en 620 ha rode uien. De Nieuw-Zeelandse overheid mikt in 2025 op een verdubbeling van de uienexport ten opzichte van 2012. In 2012 had de uienexport een waarde van $ 62 miljoen. In 2025 zal dit $ 124 miljoen bedragen. Ze liggen heel goed op koers. Eind 2016 had de uienexport al een waarde van $ 116 miljoen. Het tweede doel is een export van 330.000 ton in 2023. De groei richt zich vooral op landen in Zuid-Oost Azië en Noord-Azië. Verder is deze afhankelijk van toegang tot de Chinese markt en een verlaging van de importheffingen in Korea. maar ook China