Onduidelijkheden watermetingen zadelt akkerbouw met Zwarte Piet op

Volgens de NAV geven de beschikbare meetnetwerken een vertekend beeld, daar ze ook meten op locaties waarbij andere bronnen worden meegenomen. Bovendien wordt gewerkt met zowel gefilterd als ongefilterd water. De NAV geeft aan dat ongefilterd water een driemaal hogere N- en P-concentratie oplevert. Dit stelt de NAV in een brief aan staatssecretaris Van Dam als reactie op de voorgestelde maatregelen van het 6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Wat de NAV ook stoort is de grote diversiteit aan beheerders en aanstuurders wat zorgt voor een niet-eenduidig beleid. Zo worden de hoge P-concentraties in oppervlaktewater in Zeeland toegeschreven aan kwel, terwijl dezelfde P-concentraties in Zuid-Holland worden toegeschreven aan de land- en tuinbouw. De NAV pleit dan ook voor een reductie in het aantal beheerders en een aansturing vanuit één ministerie opdat een eenduidig beheer en aansturing tot stand komt.
Andere vervuilingsbronnen
Verder moeten de meetresultaten van dien aard zijn, op basis van gefilterde monsters, dat ze direct zijn toe te wijzen aan de landbouw en dus geen vertroebeling meer vanuit andere bronnen aanwezig is. De NAV stelt dat met name bronnen buiten de landbouw een grotere invloed moeten hebben dan wordt verondersteld. Het stoort de NAV ook dat de waterschappen N-en P-totaal meten en middels modelberekeningen vervolgens de bijdrage van de diverse bronnen bepalen. De daadwerkelijke bronbijdrage wordt dus niet specifiek gemeten. Het waterschap in Friesland heeft gedurende 20 jaar metingen verricht naar de waterkwaliteit. Hieruit blijkt dat de oppervlaktewaterkwaliteit gedurende deze lange periode niet is verbeterd ondanks dat de landbouw aanzienlijk minder (ca. 35 %) (kunst)mest heeft aangewend. Volgens de NAV moeten er andere bronnen zijn die een hogere negatieve bijdrage aan de waterkwaliteit leveren.
Onderbouwing nutriënteneisen
De rol van de waterbodems wordt onvoldoende in ogenschouw genomen om de ecologische waterkwaliteit te verbeteren. De interactie tussen water en waterbodem is één van de ecologische sleutelfactoren die het succes van de ecologische herstelmaatregelen in belangrijke mate bepalen. Daarnaast gelden voor vele natuurgronden minder zware eisen t.a.v. nutriënten dan voor landbouwgronden, een vreemde zaak. De onderbouwing van keuzes inzake de nutriënteneisen voor oppervlaktewateren en natuurgronden ontbreken vaak, ze zijn niet te achterhalen en dit is een kwalijke zaak omdat de akkerbouw graag met open vizier de problematiek wil aanpakken.