Rijpaden in Fries perceel voor kwaliteitspootgoed
In het oude polderlandschap van Noord-Friesland trekt een opmerkelijke pootcombinatie haar baantjes in het veld. Het is vooral de trekker die opvalt, met zijn spoorbreedte van 3,20 meter en meer dan manshoge cultuurwielen. Voorop zit een frees en achterop een pootmachine, die tussen de wielsporen hun werk doen.
Op de kopakker aangekomen, keert chauffeur Marten Pollema zijn combinatie en laat de voorraadbak van de pootmachine zakken. Zijn broer Thomas staat al klaar met een volle kist in de hefmast en stort deze leeg in de pootmachine. Minder dan een minuut later stuurt Marten zijn trekker voor de volgende werkgang, waarna het GPS-systeem de linker wielen van de trekker over exact hetzelfde spoor stuurt als in de vorige werkgang. Op die manier ontstaat er na elke vier ruggen een ‘pad’ van 20 centimeter breed. Ook bij de volgende bewerkingen ─ ruggenfrezen en loofklappen ─ rijdt de trekker weer exact door hetzelfde spoor. Hierdoor groeien de aardappelen tot aan de oogst op volledig onbereden grond. Wel kost het ruimte; de rijpaden nemen 6 tot 7 procent van het teeltoppervlak in beslag.
Hogere netto-opbrengst
Het verlies aan teeltoppervlak compenseren de aardappelen waarschijnlijk ruimschoots met een hogere (netto-)opbrengst. Thomas Pollema werkte enkele jaren als onderzoeker op proefboerderij Kollumerwaard en daar kwam dat effect uit de proeven. „We hebben op de proefboerderij een netto-opbrengstverhoging gemeten van 8 procent, waarbij gecompenseerd is voor het verlies aan teeltoppervlak. In andere gewassen hebben we dat opbrengstverhogende effect kunnen aantonen.”
Lees de volledige reportage over akkerbouwer Pollema in het vakblad Akkerwijzer dat zaterdag 20 mei is verschenen