Glyfosaat heet hangijzer in Brussel en Den Haag
De steen in de vijver is een rapport uit 2016 van IARC, het VN-instituut voor kankeronderzoek. Dat rapport classificeert glyfosaat als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’. Sindsdien willen groene partijen het middel in de ban doen. De Europese Commissie wil de toelating juist met nog tien jaar verlengen, en steunt daarbij op rapporten van de Europese instituten EFSA (voor voedselveiligheid) en ECHA (voor chemische stoffen), die het middel als veilig hebben bestempeld. Ook hebben overheidsinstanties in onder andere Japan, Nieuw-Zeeland en Australië geen aanwijzingen gevonden dat glyfosaat kankerverwekkend zou zijn.
Vertrouwen ondermijnd
Die instanties overtuigen een groot deel van het Europarlement niet. Miriam Dalli, die namens Malta in de S&D-fractie (sociaal-democraten) zit, stelde dat de Commissie glyfosaat niet mag toelaten totdat het honderd procent zeker is dat het middel veilig is. Ze hekelde het gebrek aan transparantie van EFSA en ECHA, dat volgens haar het vertrouwen in de EU ondermijnt. Bas Eickhout (GroenLinks) beschuldigde de Commissie ervan dat die het wetenschappelijk debat negeert, en eiste een gedegen onderzoek van de Commissie. „Anders doet het Parlement het”, dreigde hij. Anja Hazenkamp (PvdD) vond glyfosaat het symbool van wat er mis is met de EU die het belang van multinationals als Monsanto boven de volksgezondheid laat gaan.
Maar andere parlementsleden wezen erop dat glyfosaat een belangrijk instrument is voor boeren. „Het is een van de weinige herbiciden die de landbouw tot haar beschikking heeft”, vertelde Julia Reid (UKIP). Zolang er geen alternatief is moet dat niet wegvallen. Richard Ashworth (conservatieven) viel haar bij. „Boeren hebben elk gereedschap nodig”, vond hij, en constateerde dat het debat hier meer gedreven werd door emotie dan door wetenschap.
EU-systeem robuust
Als laatste nam Vytenis Andriukaitis, EU-commissaris voor volksgezondheid en voedselveiligheid het woord. Hij schetste de uitvoerige procedure die de EU volgt bij de toelating van een gewasbeschermingsmiddel, waarbij, naast EFSA en ECHA, ook de nationale instituten van alle lidstaten een rol spelen. En die allemaal geen aanwijzingen van mogelijke kankerverwekkendheid vonden. „Ik geloof absoluut dat het EU-systeem robuust en geloofwaardig is, en de gezondheid van de Europeanen voorop stelt en verzekert”, stelde hij. Volgens hem is de Europese aanpak helder, gebaseerd op wetenschap en voorzorgsbeginselen.„Bovendien”, zei hij, „classificeert het IARC tabak en verwerkt vlees als meer risicovol dan glyfosaat – ik hoor geen stemmen om die producten in de ban te doen.” Hij beschuldigde de groene partijen met een geheime agenda te werken. Door glyfosaat in de ban te doen willen ze de biologische landbouw stimuleren. Andriukaitis vond dit gevaarlijk; wetenschap en politiek moeten gescheiden blijven. Anders leidt dat tot een samenleving die de wetenschap wantrouwt. Dat, waarschuwde hij, leidt tot een gevaarlijke wereld, waarin de bevolking vaccinaties en medicijnen gaat weigeren.
Moties in Den Haag
Nederland heeft zijn glyfosaatdebat afgelopen week al gehad. Staatssecretaris Van Dam wilde een deel van de Kamer niet volgen in hun wens om het middel te verbieden. Dat leidde tot een tiental moties waarover dinsdag werd gestemd. De meeste moties, zoals een van SP en PvdD om de verkoop ervan aan particulieren te beëindigen, of een van GroenLinks en de PvdD om niet in te stemmen met een hernieuwde toelating werden verworpen. Twee moties werden aangenomen. De Kamer steunde een motie van Rik Grashoff (GroenLinks) om het gebruik van glyfosaat buiten de landbouw zo veel mogelijk te verbieden en om het gebruik binnen de landbouw in te perken, en een motie van Frank Futselaar (SP) om met lagere overheden (gemeenten, provincies en waterschappen) te overleggen om minder glyfosaat in te zetten.