‘Openheid belangrijkste winst na één jaar ketenproject pootgoed’
Waar pootgoed en consumptie eerder nog bijna twee aparte werelden waren, raken vertegenwoordigers van beide nu met elkaar in gesprek. ‘Buitendienstmensen van consumptie- en pootaardappelbedrijven wisselen ervaringen uit, telers komen bij elkaar op het erf voor kennisuitwisseling. We zijn op de goede weg.’
Het Ketenproject Verbetering Pootgoedkwaliteit is vorig jaar opgestart na problemen met de opkomst van aardappelen in met name het zuidwesten. Binnen het project zijn telers opgeroepen opkomstproblemen te melden. Zo veel meldingen er vorig jaar waren, zo weinig zijn er nu. ‘Nedato heeft vorig jaar 81 klachten gekregen, nu maar 2’, zegt Van de Ree. Hoe dit kan? ‘Vorig jaar konden we geen antwoord geven waarom er zoveel klachten waren, nu kunnen we dat weer niet op de vraag waarom er zo weinig zijn.’
Gebrek aan vitaliteit
Conclusies trekken na één jaar lukt niet, zeker niet nu het aantal klachten zo drastisch is afgenomen. Zeker is voor hem dat ‘alles’ te maken heeft met vitaliteit van het pootgoed. ‘Gebrek aan vitaliteit is de basis van de opkomstproblemen. Maar waarschijnlijk is er meer dan één reden voor alle problemen van de afgelopen jaren.’
Binnen het project worden de klachten van dit jaar verder uitgezocht. Volgend jaar volgt extra onderzoek en dan zijn er pas over twee, drie jaar resultaten te verwachten, is de inschatting van Van de Ree.
Pootgoed gevolgd
In het driejarige Ketenproject Verbetering Pootgoedkwaliteit wordt het pootgoed gevolgd vanaf de teelt bij de pootgoedteler tot in de bewaring bij de consumptieteler. In totaal gaat het om 50 partijen aardappelen verdeeld over 150 telers uit het hele land. Het project is een initiatief van de handelshuizen en verwerkers Aviko, Agrico, Farm Frites, HZPC, Kleinjan, Lamb Weston, McCain, Meijer en Nedato. De NAK is uitvoerder.