Minieme pakkans bij mestfraude verbijstert Kamer
Tijdens de hoorzitting over mestfraude legde Maij uit dat de geringe hoeveelheid controles een gevolg was van keuzes van de regering. De staatssecretaris beslist hoeveel budget de NVWA krijgt om controles uit te voeren op de mestwetgeving, en mestcontroles kosten tijd en geld. Verschillende Kamerleden wilden graag weten of controle effectief kon worden uitgevoerd met zo'n klein budget, maar Maij liet zich niet verlokken tot uitspraken. Het ministerie beslist over de budgetten, en de NVWA doet zijn werk binnen dat kader. En klaagt niet - in het publiek - over het gebrek aan effectiviteit.
Elbert Dijkgraaf (SGP) had daar minder moeite mee. "Als maar een tiende procent van alle mesttransporten wordt gecontroleerd, dan vraag je toch bijna om fraude", vroeg hij. "Dat is toch de kat op het spek binden?" Maij bevestigde noch ontkende.
Regels robuuster en eenvoudiger
Effectiever dan het verbeteren van de controles was het veranderen van het hele systeem van mestproductie en -afname, vonden veel sprekers. Robuuste, eenvoudiger, regelgeving met minder uitzonderingen. Frits van der Schans van adviesbureau CLM suggereerde om het mestprobleem een ketenprobleem te maken, waarin ketenpartijen de verantwoordelijkheid voor de mestafzet delen. Daarmee worden ook de kosten over de keten verdeeld.
Anne-Marie Spierings, gedeputeerde van Noord-Brabant, pleitte voor een integrale aanpak waar veevoer en stalsystemen ook onderdeel van zijn. Nu wordt mest pas een onderwerp als het uit de kuil komt. Maar al bij het voer en met het stalsysteem kan op de kwaliteit van mest gestuurd worden. Met zo'n integrale aanpak kunnen ook andere problemen worden aangepakt - deze stalsystemen kunnen bijvoorbeeld ook de emissies en geuroverlast sterk verminderen.
Mestboekhouding sluiten
John van Paassen, varkenshouder en betrokken bij mestverwerker KUMAC, ging tegen de stroom in. "Ik hoor veel langetermijnoplossingen", observeerde hij. "Maar voordat je een nieuw systeem hebt ben je al gauw vijftien jaar verder - en die tijd hebben we niet." Hij zag meer in betere mogelijkheden tot controle. "Veehouders moeten een mestboekhouding voeren, en akkerbouwers ook. Maar de schakel daartussen - het transport - hoeft dat niet." Als dat gat gesloten wordt, stelde hij, heb je gauw een veel beter zicht op de hele mestketen en nemen de mogelijkheden voor fraude voor zeker 80 procent af. Jaap Uenk, van Cumela Nederland, had daar geen bezwaar tegen. "Als er dan rekening wordt gehouden dat een deel van de stikstof tijdens het transport vervliegt, kan dat zeker", meende hij. Uenk zag ook andere mogelijkheden om de controle te verbeteren. "Op allerlei plekken hebben we veel data over de mest", stelde hij. "Die kan je slimmer benutten. Door data te koppelen wordt de mestmarkt transparanter, en dan nemen de fraudemogelijkheden af."
Uenk pleitte er wel voor om een verschil te maken tussen bewuste fraude enerzijds en overtredingen anderzijds. Als een veehouder of akkerbouwer ergens een vinkje verkeerd plaatst, zou dat niet meteen als fraude moeten worden gerekend.
Geen echte oplossing
"Een echte oplossing heb ik niet voorbij zien komen", vertelde Jaco Geurts (CDA) na de hoorzitting. "En ook heeft niemand duidelijk kunnen maken hoe groot de fraude nu precies is.", Volgens Geurts is het nu eerst van belang dat Nederland de derogatie veilig stelt. "Daar zijn we gelukkig mee op de goede weg."
Ook Elbert Dijkgraaf (SGP) was het opgevallen dat de de omvang van de fraude niet bekend was. "Er is lang over gebakkeleid, maar niemand weet het", concludeerde hij. Een versimpeling van de regels klinkt wel aardig, dacht hij, maar dat zou in de praktijk wel tegen kunnen vallen. "Die regels zijn er niet voor niets." Dijkgraaf ziet wel mogelijkheden voor meer, en slimmere, handhaving. "Ik wist niet dat zo weinig gecontroleerd werd."
Ook Frank Futselaar (SP) vond het verontrustend dat de NVWA zo weinig controles uitvoert. De gebrekkige controle in combinatie met het grote financiële belang werken fraude in de hand, had hij geleerd. De SPer werd gesterkt in het standpunt van zijn partij dat de veestapel kleiner moet. "Dat haalt de druk van de mestmarkt af en daarmee de besparingen die je met fraude kunt realiseren."
Rik Grashoff (GroenLinks) concludeerde dat niemand de stellingname van het Planbureau voor de Leefomgeving, dat met 30 tot 40 procent van de mest fraude wordt gepleegd, had ontkracht. "Maar het positieve is dat niemand de fraude ontkent en dat alle partijen bereid zijn om het probleem aan te pakken." Grashoff vraagt zich wel af of het probleem met handhaving alleen is op te lossen.