'Volhoudbaar en milieuvriendelijk alleen mogelijk bij gezonde markt'
Baecke kiest voor de term volhoudbaar, omdat die voor de telers duidelijker is dan de term duurzaam. De teelt moet volgens hem het milieu niet belasten en daarmee garanderen dat deze voortgezet kan worden in de komende generaties, maar economisch moeten boeren en tuinders die zich inspannen voor een schone omgeving ook overeind kunnen blijven. „De consument is prijsbewust. Daarom moeten we transparant communiceren en uitleggen wat de link tussen prijs en kwaliteit is.”
Dat economische aspect biedt volgens Baecke kansen voor de Nederlandse sectoren. „Wij denken dat er groei mogelijk is bij aandacht voor het volhoudbare aspect van onze teelten. De eisen van de afnemers lopen op samen met onze ambities. Wereldwijd groeit de vraag naar duurzaam geteeld product.”
Groene keuzes
Uit de presentaties van Joris Baecke en Anton van Garderen, die de pers een kijkje gaf in de bedrijfsvoering op het milieubewuste zachtfruitbedrijf van zijn gezin, blijkt dat er zeker nog knelpunten liggen in de weg naar emissieloze plantaardige teelten. Baecke stelt dat telers vaak te maken hebben met minder afwisseling in teelten, gevoelige rassen en afnemende bodemgezondheid. Aan de andere kant staat het middelenpakket onder druk en treden extreme weerssituaties vaker op. Bij het maken van groenere keuzes willen de telers liefst meer mogelijkheden hebben om resistente of tolerante rassen te gebruiken, meer gebruik maken van 'een natuurlijk schild van biologische helpers' en plaatsspecifiek ingrijpen met groene gewasbeschermingsmiddelen.
Met een 'Weerbaarheidswijzer' wil LTO een werkbaar adviesinstrument ontwikkelen voor de telers. „Dat is echt iets nieuws”, zegt Baecke. „Het moet nog vorm krijgen. De teler kan dit instrument gebruiken om de afweging te maken wat te doen aan een weerbaar systeem en in welke volgorde. Geïntegreerde ziektebestrijding bestaat al wel, maar het is nog niet helemaal een stabiel systeem.”
Puzzel
Dat het vaak ingewikkeld is om met een beperkt aantal middelen een kwalitatief goed product te maken, leggen Anton en Anco van Garderen uit. Ze doen hun best om een lage milieubelasting te behalen. Zo zetten ze natuurlijke vijanden in. Die kunnen echter wel een klap krijgen van, helaas nog vaak breedwerkende, insecticiden die minder milieubelastend zijn. Ook is het voor veel fabrikanten van middelen onaantrekkelijk om nieuwe, schonere middelen voor een toelating op te geven als het kleine teelten betreft.
Anton van Garderen zegt dat afnemers scherpere eisen stellen dan de wet. Er mogen bijvoorbeeld maximaal drie of vier middelen gevonden worden in de producten en de residuhoeveelheid moet heel klein zijn. Als een middel twee verschillende werkzame stoffen bevat, heeft de teler al direct twee van de drieof vier middelen gebruikt.
De hoeveelheid werkzame stoffen in de fruitteelt van Van Garderen is sinds 1981 afgenomen tot minder dan een tiende. In de rode bessen ziet Van Garderen beperkingen. Een insecticide tegen bloesemkevers is niet selectief, waardoor het bedrijf nieuwe natuurlijke vijanden moet uitzetten en mechanische onkruidbestrijding is lastiger bij rode bessen, omdat ze oppervlakkig wortelen. „Wij accepteren wat schade aan het gewas, maar het product moet er goed uit blijven zien”, zegt Van Garderen. De schade is dat er wat plekken met aantasting kunnen zitten in de aanplant en dat daar dan geen fruit geplukt kan worden.
Weerbaar
Op het bedrijf van Van Garderen liggen volop proefstukjes met weerbaarder rassen. De familie zoekt die soorten soms ver van huis, bijvoorbeeld in Californië. Frambozen van die selecties zijn minder gevoelig voor spint en luis. Verder werkt het bedrijf aan een weerbaarder bodem met organische stof.
Door de planten in de tunnels niet in de lengte te zetten maar dwars, waait de wind meer door het gewas en droogt het gewas beter. Zo is het minder gevoelig voor schimmels. Van Garderen probeert ongebruikelijke dingen om resultaat in zijn gewassen te bereiken.
Passende middelen
De plantaardige sectoren vragen volgens contactpersoon plantgezondheid Annemarie Breukers van LTO Nederland niet zozeer om meer middelen, maar wel om beter passende middelen. Soms duurt een toelating lang, zoals in het geval van het milieuvriendelijke middel Serenade. Volgens Breukers duurde het vijf jaar voor de toelating er was, terwijl een milieuvriendelijk alternatief zeer gewenst was. „We vragen om maatwerk en flexibiliteit”, zegt zij.
Baecke bevestigt dat er beweging nodig is in de groene middelen. „In de geïntegreerde teelt hebben we nog wel wat te wensen. Daarom stuurden we een brandbrief naar de regering, want de introductie van groene middelen gaat niet zo snel als we zouden willen.”
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes