Nefyto: politiek moet wegblijven van beoordeling middelen

“Het verhaal wordt belangrijker, dan de wetenschappelijke toetsing”, zegt Jo Ottenheim van Nefyto. Tien jaar geleden is in de Tweede Kamer nog afgesproken dat wetenschappers moeten beslissen over de toelating van een gewasbeschermingsmiddel, maar dat lijkt helemaal losgelaten. Debatten in de Tweede Kamer gaan geregeld over specifieke middelen, waarbij Kamerleden regelmatig op de stoel van het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) gaan zitten. “Denk maar aan de discussie of glyfosaat.”
Gebleken is dat verantwoordelijke bewindspersonen hier gevoelig voor zijn. Waar bewindspersonen in het verleden de adviezen van het Ctgb respecteerden, laten zij nu steeds vaker politieke overwegingen zwaarder wegen. Nefyto vindt dit een zorgwekkende ontwikkeling. “Het klopt dat dit ook in andere landen gebeurt, maar daar gaan wij niet over.”
Ottenheim vindt het ook kwalijk dat het besluit van Van Dam na het ingaan van het reces naar de Tweede Kamer is gestuurd. “Het zal wel niet gebeuren, maar eigenlijk moet dit een reden zijn om Kamerleden van reces terug te roepen.” Nefyto hoopt dat het volgend kabinet zijn eigen koers gaat bepalen en dat het de politieke invloed op de toelating van gewasbeschermingsmiddelen weet te keren.
Zijn alternatieven beter?
Het Ctgb is zeer kritisch over zowel het Commissievoorstel als over het gebruikte toetsingskader voor bijen (Bee Guidance). Volgens Nefyto is de Bee Guidance wetenschappelijk controversieel. Dit toetsingskader wordt door de meeste lidstaten fel bekritiseerd en is daardoor nog (steeds) niet goedgekeurd. Het voelt voor de gewasbeschermingsmiddelenfabrikanten alsof tijdens de wedstrijd de spelregels worden veranderd.
“Wie gaat er in Nederland over de toelating van middelen, de politiek of de cbtb”, vraag Ottenheim zich hardop af. Hij wijst erop dat het besluit van Van Dam juist haaks staat op een aanbeveling van het cbtg. Als bevoegde Nederlandse autoriteit heeft cbtg geconstateerd dat de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een beoordeling heeft gedaan met een niet-goedgekeurd EU-toetsingskader. Ook stelt het vast dat de alternatieve stoffen voor de neonicotinoïden niet per sé een lager risicoprofiel hebben. “Door het verbod van middelen zijn de ziekten en plagen niet verdwenen. Boeren spuiten echt niet voor hun lol. Het is altijd een economische afweging.” Wat is nu het alternatief, want er zijn nog geen vervangers voor de neonicotinoïden? “In plaats van specifieke chemische middelen met zaadcoating, moeten telers nu kiezen voor andere middelen. Ze zullen grijpen naar middelen die met de spuit moeten worden toegediend. Wat is het milieuresultaat van deze beslissing”, vraagt Ottenheim zich af.
Innovaties worden afgeremd
Nefyto is van mening dat, gezien de technische en wetenschappelijke complexiteit, de beoordeling van individuele gewasbeschermingsmiddelen niet thuishoort in de politiek. Politieke inmenging in de toelating van gewasbeschermingsmiddelen ondermijnt het vertrouwen in de toelatingsprocedure en maakt fabrikanten kopschuw om te investeren in nieuwe, innovatieve (ook groene) middelen. Nieuwe innovaties worden al niet meer als eerste in Europa in de markt gezet. Het beschikbare middelenpakket voor gangbare en biologische telers komt verder onder druk te staan en de verduurzaming van de land- en tuinbouw wordt geremd. Volgens Ottenheim werken de fabrikanten intensief aan verdere verduurzaming. “Ja, er wordt ook gekeken naar groene middelen. Maar ook daar is het belangrijk dat dit gebeurt vanuit de werking.”
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Fotoarchief Akkerwijzer