‘Precisielandbouw vraagt meer dan weerpraatje Gerrit Hiemstra’
Volgens expert op het gebied van gewasbescherming, weer en precisielandbouw Erno Bouma werken akkerbouwers in de toekomst met een combinatie van sensoren en adviesmodellen. Die modellen kunnen rekening houden met de ziekteontwikkeling, die sterk beïnvloed wordt door het weer, met de beste spuitmomenten, met de gevoeligheid van het gewas en de plaag of ziekte en met het type gewasbeschermingsmiddel.
Volgens Bouma warmen de korte golflengten van de zonnestraling eerst het gewas op en daarna de lucht. „Overdag wordt het dus warm in het gewas en ’s avonds juist boven dat gewas. Overdag is het blad warmer dan de lucht en ’s nachts is het andersom.”
Pyrethroïden die de teler inzet tegen luizen werken volgens Bouma goed bij een relatief lage temperatuur van ongeveer 10 graden. Andere insectenmiddelen werken beter bij hogere temperaturen. „Die kan je dus beter later op de dag spuiten. Het eind van de dag of het begin van de avond is dan geschikt, want ze kunnen ook gevoelig zijn voor zonnestraling.”
Schimmels
Fungiciden zijn het beste werkzaam als ze de verspreiding van de sporen tegenwerken. Hier zijn de adviesmodellen weer belangrijk. Bij een temperatuur van 10 graden kunnen middelen wel 20 dagen teruggrijpen en 40 dagen vooruit, maar als het warmer wordt bekort het de werking sterk.
Bouma stelt dat de luchtvochtigheid in het gewas bijna altijd hoger is dan daarbuiten. Dat is gunstig voor schimmels. Toch kan een schimmel sporuleren als de luchtvochtigheid in de middag een dalende lijn vertoont. „Botrytis doet dat dan weer bij meer vocht in de lucht. Het is mooi als je de sporendruk beter kunt voorspellen. Dat geeft maar weer aan hoe belangrijk het toepassingsmoment is. Vandaar die adviesmodellen.”
Opname in het blad
De hoeveelheid was op het blad van gewas en onkruid wordt sterk door het weer bepaald. Voor waterachtige oplossingen gaat de opname gemakkelijker als de waslaag in het blad minder dekkend is. Via de bladhuid komt die oplossing in de plant. Een klein deel van de gewasbeschermingsmiddelen heeft een olieachtige samenstelling. Die middelen komen gemakkelijker in de waslaag. Ook hier is dus de timing van het spuitmoment van belang. Na een regenperiode is de waslaag op de planten dunner. Na een langere droge periode hardt het gewas juist meer af.
Volgens Bouma gaat de ontwikkeling van adviesmodellen in volle vaart door. Na het eerste model Epipre, wat stond voor epidemie preventie, van Wageningen Universiteit nam het bedrijfsleven de ontwikkeling over. Bedrijven als Dacom en Opticrop combineerden data van weerpalen met data waaruit de ontwikkeling van ziekten en plagen te voorspellen was. Bouma ziet dat oude modellen voor vaste computers vervangen worden door nieuwe apps voor de telefoon.
Als voorbeeld van deze ontwikkeling noemt de expert CerDis. „In tarwe zijn veel verschillende schimmels actief. De optimale dosering van middelen hangt sterk samen met de omstandigheden. Als je bijvoorbeeld eerder weet dat bruine roest een bedreiging is, kan je voor voldoende bestrijding misschien tijdig wel met 85 procent van de etiketdosering toe.” Deze apps komen beschikbaar voor suikerbieten, tarwe, aardappelen, wortels, bollen, bomen en fruit, zegt Bouma.
Op maat
Dankzij apps die rekening houden met alle omstandigheden kan een akkerbouwer beter afwegen wat de beste keuzes zijn. Bouma noemt de verbeterde versie van Gewis en de app SpuitWeerWijzer. „Ik verwacht bovendien dat er over tien jaar nog veel meer sturing op de spuitmachine of op een onbemande werktuigdrager mogelijk is”, zegt hij.
Ook het meten in een eigen perceel wordt volgens Bouma simpeler en goedkoper. Hij heeft een lichte versie van de weerpaal bij zich. „In Nederland staan al 200 van deze simpele FieldMate-systemen. Ze meten temperatuur en vocht in het gewas en op 75 centimeter hoogte en op twee dieptes in de grond.” De FieldMate werkt op zonnecellen en de aanschafprijs is duidelijk lager dan die van een ‘ouderwetse’ weerpaal. De teler heeft wel een abonnement nodig voor de dataverzending en –verwerking. Bouma noemt als stap vooruit bij dergelijke systemen dat de data nog preciezer is. Samen met preciezer modellen en betrouwbaarder weersvoorspellingen is de ontwikkeling naar beslissingsondersteuning op maat in de versnellingsfase gekomen, zegt hij.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes