Miniknollen mogen weer naar Argentinië, pootgoed nog niet
De Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO) spreekt op de site van Agroberichten Buitenland over een doorbraak die van groot belang is voor de Nederlandse aardappelsector. ‘De aardappelsector in Argentinië heeft veel potentie’, zegt Karst Weening die namens de NAO betrokken was bij de onderhandelingen met Argentinië. ‘Het imago van Nederlands uitgangsmateriaal is uitstekend. Eindelijk mogen we weer exporteren. Dat biedt kansen voor exporterende bedrijven.’
Grens gesloten na vondst bruinrot
De Argentijnse grenzen sloten vier jaar geleden voor Nederlands uitgangsmateriaal na de vondst van bruinrot in een perceel aardappelen. Het pootgoed van dit perceel was afkomstig uit Nederland. Sindsdien hebben de Argentijnse en Nederlandse autoriteiten volop onderhandeld over hernieuwde toegang. Onderzoek naar de vondst heeft uiteindelijk niets opgeleverd. De NVWA heeft destijds geconcludeerd dat er waarschijnlijk sprake is geweest van een vals positieve uitslag van het Argentijnse onderzoek.
Argentinië is er van overtuigd dat de productie van miniknollen en in-vitro plantjes volledig steriel gebeurt. Hierdoor verwacht de Argentijnse NVWA geen risico op de insleep van ziektes via de invoer van het uitgangsmateriaal uit Nederland.
Voor pootgoed is export naar het Zuid-Amerikaanse land nog een brug te ver. Weening verwacht echter dat er ‘op middellange termijn ook pootgoed die kant op mag gaan’.
Grote belangen
De belangen voor Nederlandse toegang tot het Zuid-Amerikaanse land zijn groot. De grote aardappelverwerkende bedrijven in Argentinië, zoals het Nederlandse Farm Frites en Canadese McCain, zijn doorlopend op zoek naar nieuwe rassen. Maar ook Nederlandse exporteurs, zoals HZPC, Agrico en Meijer Potato hebben jarenlang naarstig uitgekeken naar opening van de Argentijnse grens