Brassica groenbemester kan waarschijnlijk beter tegen graanherbicide
Janse teelde in het verleden de groenbemester bladrammenas na de wintertarwe. „Dat bevalt me nu niet vanwege de opslag, zeker nu ik op de lichte gronden ploegloos werk. Voorafgaand aan de suikerbieten teel ik dit jaar bruine mosterd. Op de zwaardere grond kies ik liever voor een mengsel van groenbemesters. Hier moet ik de keuze nog maken. Voorafgaand aan de aardappelen hoeft geen mengsel gezaaid te worden.”
„Ik gebruik de groenbemesters voor de doorworteling en de bodemstructuur”, zegt Janse. „Voor goede organische stofvoorziening hakselen we het stro bij de bieten. Voorafgaand aan de aardappel voeren we het stro af. In de stoppel dienen we champost toe. De groenbemester voorafgaand aan de suikerbieten krijgt varkensdrijfmest, die voorafgaand aan de aardappelen krijgt alleen nog drijfmest als er ruimte over is, anders wordt het kunstmest.”
Bert-Jan van Dinter vindt de keuze voor bruine mosterd goed, als bladrammenas geen optie is. Hij wijst er wel op dat bruine mosterd minder aaltjes dodende werking heeft dan gele. De combinatie lichte grond en bieten is volgens Van Dinter wel gunstig voor de opbouw van bietencysteaaltjes. Bij Janse is het bouwplan echter ruim.
Herbiciden nawerking
Janse ziet in de groenbemesters wel de nawerking van de herbiciden die in het graan gebruikt zijn. „Twee jaar geleden kwam dat sterk naar voren. Ik denk na gebruik van Atlantis of Husar. Hoe kan ik daar mee omgaan? Of is er een methode waardoor die middelen sneller afbreken?”, vraagt hij zich af.
Van Dinter verwacht dat een brassica als bruine mosterd wel eens minder gevoelig kan zijn voor de herbiciden die Janse eerder in graan gebruikt. Voor een goede ontwikkeling van de bruine mosterd is het volgens hem ook belangrijk ondiep te zaaien, want het is fijn zaad.
Janse noemt de opslag van bladrammenas, doordat het niet kapotvriest. Volgens Van Dinter zijn wikken of facelia alternatieven die beter kapot gaan bij minder koude, maar deze soorten zijn volgens hem wel waardplanten van bietencysteaaltjes. Daarbij komt dat wikke en facelia vroeg gezaaid moeten worden om voldoende biomassa te maken.