Droogte: 10-15 procent minder opbrengst Engels raaigras

Voorspoedig verloop
“De oogst is dit jaar 10 tot 14 dagen vroeger begonnen”, zegt teeltadviseur Nicole Bil van graszaadfirma DSV Zaden. Vanaf juni bleef de vaart er stevig in zitten. “Qua oogsttijdstip zaten alle rassen heel dicht op elkaar. Het ging heel snel.” Alleen het instabiele weer van de laatste weken, met lokaal af en toe stevige buien, zorgde voor enige vertraging. “Er moest geoogst worden tussen de buien door.” Het contrast met juni-begin juli, toen het heel droog was, is groot. “Toen was het lastig om de oogt gemaaid te leggen.”
Bijna onder dak
DSV Zaden heeft graszaadtelers in de provincie Zeeland, West-Brabant, Limburg, Flevoland en over de grens in België. In nauwe samenwerking met contracttelers produceert het bedrijf in deze teeltgebieden jaarlijks ongeveer 5.000 ton graszaad.
Engels raaigras is veruit de belangrijkste soort, gevolgd door rietzwenkgras. Daarnaast telen akkerbouwers ook roodzwenkgras, Westerwolds raaigras en veldbeemd voor het in Ven-Zelderheide (Limburg) gevestigde graszaadbedrijf. Volgens Nicole Bil heeft DSV Zaden op dit moment 90 tot 95 procent van het graszaad binnen. “Op een aantal percelen ligt Engels raai al gemaaid. Daar wordt met het oprapen gewacht tot het droog is.”
Opbrengst en kwaliteit
Landbouwkundige Nicole Bil ziet forse regionale, maar ook lokale verschillen in de opbrengst. “Dat is heel wisselend. Op sterke kleigrond is de opbrengst goed, op verdroogde percelen valt het tegen.” De verdroging heeft zich zowel op zandgrond als kleigrond gemanifesteerd. Bil schat dat er gemiddeld voor Engels raaigras 10 tot 15 procent minder is geoogst dan het 5-jarig gemiddelde. Bij rietzwenkgras ziet de teeltadviseur eenzelfde beeld, maar iets minder extreem dan bij Engels raaigras. “Rietzwenk bloeit iets vroeger en wordt vroeger geoogst.” Ook dat rietzwenk dieper wortelt, kan volgens haar bijdragen aan het geringere risico van verdroging. De kwaliteit van het vers geoogste graszaad is volgens Nicole Bil over de volle breedte goed, ongeacht soort en ras.
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Fotoarchief Akkerwijzer