Krol: welke groenbemester kan met succes nog laat gezaaid?
De zuidoostelijke TopBodem-deelnemers Paul en Gijs Krol zijn gewend op eigen percelen gele mosterd of bladrammenas te zaaien in het najaar. „Na een vroege aardappel als Zorba is er nog voldoende kans van slagen voor de groenbemester”, zegt Paul Krol. „Na latere teelten is die slagingskans al snel kleiner.”
Aaltjes zijn leidend bij de keuze van het type groenbemester voor vader en zoon Krol. Ze willen in hun aardappelen geen Trichodorus spp of Meloidogyne chitwoodi. Na de vorst werken ze de groenbemesters in met een frees of een schijveneg. Vaak moeten ze in het voorjaar of in februari de groenbemester voorbewerken.
Serieuze teelt
Paul en Gijs Krol zien de groenbemesters als een serieuze teelt. Ze willen dan ook het liefste de beste teeltmaatregelen nemen en zo de maximale voordelen uit de teelt halen. Paul Krol: „Welke soorten zijn het meest geschikt? Wat is de beste zaaimethode, de beste bemesting en de goede zaaidiepte voor een geslaagde teelt?”
Bert-Jan van Dinter van Vandinter Semo geeft als vuistregel voor de goede zaaidiepte tweemaal de dikte van het zaaizaad. „In de maand juli kan je goed wikken zaaien, van 15 juli tot 20 augustus bladrammenas en daarna gele mosterd”, zegt Van Dinter. „Vanaf begin oktober denk ik meer aan grassen en winterrogge als groenbemesters, maar dan moet je wel zeker weten dat je die gewassen begin maart weg hebt, liefst doodgespoten.”
Voor de bemesting van bladrammenas raadt Van Dinter 50 tot 60 kilo stikstof aan. Gele mosterd en Japanse haver kunnen wel zonder startgift. „September is de maand voor gele mosterd. Kies dan voor de late bloeiers en ga niet in op de goedkoopste aanbiedingen, want dat zijn vaak oude rassen die vroeg bloeien”, waarschuwt hij.
Veehouders
In de samenwerking met de veehouders willen vader en zoon Krol graag dat ook zij voordeel ondervinden van de groenbemesters. Ze willen over en weer profiteren van de samenwerking. Van Dinter: „De veehouders hebben meestal baat bij een grasgroenbemester. Ik zou dat zien als groenvoederwinning voor het jaar daarna. Italiaans raaigras kan je nog laat zaaien, maar het wordt meestal geen succes als de veehouder na de eerste snede maïs wil zaaien. Of het moet zo zijn dat hij zeer vroeg maïs zaait en genoegen neemt met minder opbrengst.”
Bij zaai van grassen in oktober heeft het volgens Van Dinter geen zin om de lichtkiemers Engels raaigras, timotheegras of klavers te kiezen. Hij raadt bij alleen maaien tetratypes aan en een BG3 bij beweiding. „Wij zaaien voor de graszaadteelt nog tot 20 oktober. We gebruiken dan wel iets meer zaaizaad”, zegt Van Dinter.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Ellen Meinen