Groenbemester benaderen als volwaardig gewas
Volwaardig gewas
Van Balen herinnert aan een treffende uitspraak tijdens een van de bijeenkomsten van de studiegroep Veldleeuwerik. “Deze teler zei: eerst bleef het bij het optrekken van het land, het zaad erin en dan het idee van we zien wel. Nu benaderen we de groenbemester als een volwaardig gewas.” In Duitsland hadden groenbemesters die erkenning al langer. Niet voor niets spreken de Duitse telers over ‘tussengewas’.
Trend naar mengsels
“Het is inderdaad een trend dat er een verschuiving plaats vindt van enkelvoudige groenbemesters naar mengsels”, zegt Van Balen. Ook op het biologische bedrijf Broekemahoeve worden mengsels ingezet. De onderzoeker noemt populaire standaardmengsels als TerraMax en SolariGol. “Ook maken wij hier zelf mengsels met verschillende samenstellingen.” Vrij goede resultaten worden op het proefbedrijf gehaald met een mengsel van gele mosterd, facelia en wikken. “In de praktijk zie je ook mengsels van haver en wikken of haver met facelia. De keuze is afhankelijk welke voorvrucht je hebt gehad.”
Versterken of beconcurreren
Het is de vraag of de verschillende ‘componenten’ in mengsels elkaar versterken of elkaar juist beconcurreren. “Dat wordt mede bepaald door de bodemomstandigheden. Wikken heeft een penwortel en is een vlinderbloemige. Het gewas kan met weinig stikstof toe en legt zelf stikstof vast. Daar staat tegenover dat het een slechte bodembedekker is. Daarom zie je dat wikken vaak met een andere soort wordt gecombineerd.” Bovendien is wikken geen goedkope groenbemester.
Deelnemers aan de vergroening moeten wat de onderzoeker betreft ook nadenken welk tussengewas het beste past. “Als je toch voor een mengsel kiest, denk er dan ook over na welk mengsel je gebruikt.”
Aaltjes
Over de positieve dan wel negatieve effecten van mengsels van groenbemesters op het terugdringen van schadelijke aaltjes is volgens Derk van Balen nog te weinig over bekend. “Maar je kunt verwachten dat deze zich op vatbare gewassen zouden kunnen vermeerderen.” Interessante informatie hierover kan vrij komen uit meerjarige veldproeven die lopen op de proefboerderijen Vredepeel (zand), Lelystad en Kollumerwaard. “Op proefveldjes worden daar een aantal jaren achter elkaar op dezelfde percelen groenbemesters toegepast.” Het gaat zowel om enkelvoudige groenbemesters als om mengsels. De vraagstelling ligt voor de hand. “Wat gebeurt er met de drogestofopbrengst en wat gebeurt er in de bodem?”
Resultaten
Het is nog te vroeg om harde resultaten naar buiten te brengen, maar een zekere indicatie is dat de drogestofopbrengst van mengsels over het algemeen hoger is dan die van enkelvoudige groenbemesters.” Er is een soort compenserend effect. “Er als altijd wel een gewas binnen een mengsel dat ’t goed doet.” Bij een enkelvoudig mengsel zijn de omstandigheden meer bepalend over het succes.
Over wat groenbemesters in deze proeven in de bodem zelf doen, dat is nog niet uitgebreid onderzocht. “Vorig jaar hebben we er even naar gekeken bij een gras-klaver mengsel. Gras zorgde voor een fijne doorworteling (meer draagkracht), klaver stimuleerde het bodemleven (regenwormen). Het gaf de indicatie dat de combinatie van gras en klaver het beste werkt.” Van Balen voegt er de waarschuwing aan toe dat het oppassen is met aaltjes.
Vergroening
Derk van Balen vindt dat in principe elk perceel groen moet ‘overwinteren’. Uit onderzoek blijkt dat zowel op percelen waar de groenbemester de koude overleeft als op land waar de groenbemester kapot vriest, een positief effect uitgaat op de bodemstructuur. “Bovendien groeit er in het voorjaar minder onkruid omdat de bodem meer bedekt is.”
Visueel beeld kan bedriegen. Het gaat er niet alleen om wat er boven de grond zichtbaar is, maar meer nog wat er in de grond gebeurt. “Er zijn telers die zeggen dat gele mosterd mislukt is, als die maar 30 cm lang is. Want het kan zijn dat er in de bodem een best effect is. Dat zie je als je een schop in de bodem steekt.”
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Fotoarchief Akkerwijzer