Winterveldbonen in beeld als akkerbouwgewas
Veredelaar LG bracht de winterveldboon in het najaar van 2015 naar Nederland. Het was ook het eerste jaar dat het ras Tundra, een topper in Engeland, werd gezaaid. Na een geslaagd eerste jaar werd afgelopen najaar een nieuwe ronde ingezet. “Het areaal in Nederland is sinds 2015 verdubbeld en in België zelfs ruim verdubbeld”, aldus Jan Wijnen. In de hele Benelux werd vorige herfst 1000 hectare ingezaaid. Bij de sterke toename in België speelt overigens wel mee dat de overheid € 500,- euro per hectare uitkeert bij de teelt van eiwitgewassen. Voorwaarde daarbij is wel dat vijf jaar achtereen een eiwitgewas moet worden verbouwd.
In Nederland staat het in alle windstreken bij zowel veehouders als akkerbouwers, zeker ook in de akkerbouwgebieden in Groningen en Zuidwest-Nederland. “Het wordt geteeld door gangbare boeren, maar ook bioboeren zijn er mee aan de slag.”
Opbrengstpotentie
Winterveldboon wordt in het najaar gezaaid en heeft volgens Wijnen een hoge opbrengstpotentie. “Het varieert afhankelijk van de grondsoort, maar gemiddeld is een opbrengst tussen 6 en 7 ton per hectare haalbaar.” Op zandgrond waar niet kon worden beregend was het dit jaar soms wat minder (5,5 ton) maar er was ook een topper met 8,5 ton per hectare. Het eiwitgehalte in de droge stof van de bontbloeiende Tundra ligt rond 27 tot 28 procent.
Voor rundvee, pluimvee en varkens vormen de gemalen bonen een hoogwaardige vervanger van krachtvoer omdat ze veel ruw eiwit leveren. Volgens Wijnen zijn de vroege oogst, de interessante stikstofnalevering (vlinderbloemig gewas) en de mooie structuur van de grond sterke punten. Ook dat het meetelt als vergroeningsgewas / derde gewas in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is een pré.
Drie varianten
De eerste variant is inkuilen. Het gewenste vochtgehalte is 20 tot 22 procent. “Als het bestemd is voor rundvee kan het worden ingekuild in een smalle kuil. Maar het kan ook in plastic balen worden geperst.”
Door de hamermolen halen en verwerken in mengvoer, is een volgende optie. Hier moet de boon droger zijn (15 à 16 procent vocht). In de varkenshouderij, waar best met droge bijproducten wordt gewerkt, is de veldboon nog niet in zwang. Bij kippenhouders is er wel meer ervaring. “Die hebben zelf ook vaak een maalinrichting en ze kunnen het zelf in het voer mengen.”
Een variant die nog in de kinderschoenen staat, is Gehele Plant Silage (GPS). “Dan wordt het samen met gras ingekuild en later aan de runderen gevoerd.” Er is nog niet zoveel ervaring met deze methode.
Akkerbouwgewas?
Of winterveldbonen kunnen uitgroeien tot akkerbouwgewas, is nog niet duidelijk. Mogelijk zijn er goede constructies mogelijk tussen een akkerbouwer, die het gewas teelt voor een veehouder. “Als puur akkerbouwgewas moet het passen in het bouwplan en je moet afzet hebben”, stelt Wijnen. En de akkerbouwer zal altijd ook het saldo in het oog houden. “Ik heb wel eens een prijs opgevangen van 30 cent, maar ik weet niet of dat een richtprijs is.”
Mogelijk dat er voor akkerbouwers nieuw perspectief in het gewas zit, als het ook voor humane consumptie geschikt blijkt. Op dit moment onderzoeken LG en LTO de mogelijkheden voor de afzet van veldbonen in zowel de dierlijke als humane consumptie.
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Fotoarchief Akkerwijzer