Tramrails in de Limburgse heuvels
Raymond Niesten heeft een bijzondere machinecombinatie: het is een vrij nieuwe Valtra-trekker op 3,20 meter spoorbreedte met daarachter een oude, aangepaste Grimme-bunkerrooier. In plaats van een normaal onderstel heeft de machine aan de rechterkant een verlengde as met een groot wiel en rust hij aan de linkerkant op een rups.
Mechanisatie op de schop
De bunkerrooier is een cruciale schakel in het vaste-rijpadensysteem waar Niesten sinds zes jaar mee werkt. In 2011 maakten hij en zijn vrouw Marloe de keuze om hun 70 hectare tellende bedrijf om te schakelen naar biologisch en dat was voor Niesten aanleiding om zijn mechanisatie op de schop te gooien. Hij wilde telen in onbereden grond en liefst niet terug naar ploegen. „Ploegen is in de biologische teelt een handige manier om van onkruid af te komen. Maar wij ploegden al jaren niet meer en dat beviel goed. De grond werd er mooier van”, zegt de akkerbouwer.
De uien zijn met een schijvenrooier van 3 meter breed in het zwad gelegd. Per werkgang legt deze machine twee zwaden neer. Dat betekent dat hij elk teeltbed van 3 meter breed van weerskanten moet ‘pakken’ en dat bij de oogst de hele combinatie vier keer met de helft van het gewicht over hetzelfde rijpad moet. Dat geldt ook voor de aardappelen en de witlofpennen. Wat doet dat met de paden? Volgens Niesten weinig. „De paden hebben enorm veel draagkracht. Het wordt eigenlijk een soort betonpad van 30 centimeter breed. Ook met het rooien van de witlof, als het soms wat natter is, geeft het geen noemenswaardige problemen.”
Lees de volledige reportage bij Raymond Niesten in het vakblad Akkerwijzer dat zaterdag 23 september is verschenen
Tekst: Agrio
Beeld: Fenneke Wiepkema