Maisstengelboorder rukt verder noordwaarts

Deze vlinder rukt de laatste jaren op vanuit Duitsland en Frankrijk en legt zijn eitjes op maïs. Zodra de larven uitkomen vreten deze zich een weg door de stengel naar beneden waardoor de stengel ernstig verzwakt raakt. Hierdoor loopt de productie en kwaliteit van een perceel terug. Bovendien is de kans op stengelbreuk later in het seizoen aanmerkelijk groter. Monitoring in 2015 en 2016 liet op sommige Zuid-Limburgse percelen tot 40% aantasting zien van de stengels. Vooral percelen waar jaar in jaar uit maïs wordt geteeld zijn kwetsbaar. De Maïsstengelboorder is goed te bestrijden echter een goede timing is hierbij belangrijk. Daartoe wordt de activiteit van de vlinders met behulp van lokvallen nauwlettend gevolgd. Agrea zegt toe om ook in 2017 monitoring uit te voeren om de vlucht van de vlinder goed te volgen en het juiste moment van bestrijding te bepalen.
Bestrijding
Bij mais op mais is het na de oogst de onderste delen van de stengel goed te verhakselen. In die delen overwintert de maisstengelboorder. Dit speelt vooral bij de korrelmais. Dan heeft de rups alle tijd om onder in de stengel te komen. Het onderploegen is ook een goede methode, maar dat is in het Heuvelland zo goed als verboden. Een goede vruchtwisseling helpt uiteraard ook.
(Gevolg-)schade
Zichtbare schade ontstaat veelal na een najaarsstorm. Stengels knappen dan heel snel om. Voor snijmais zijn de directe gevolgen van een aangetast perceel veelal nog te overzien, bij korrelmais zijn de gevolgen echter aanzienlijk groter. De gevolgschade van de aanwezigheid van de maisstengelboorder in de kuil kan echter groot zijn. Door de maisstengelboorder komen schimmels in de kuil die mycotoxinen veroorzaken. Minder schimmels resulteert in minder mycotoxinen in de kuil. Hierdoor wordt de pens van de koe minder belast, wat uiteindelijk resulteert in een hogere voerefficiëntie. Jongvee kan een klein aandeel schimmel of mycotoxine redelijk hanteren. Een overmaat kan echter grote gevolgen hebben, onder andere voor de klauwgezondheid.