Model CZAV voorspelt komst koolvliegvlucht
„Al vijftien jaar tellen we koolvliegen (en andere insecten) in ons werkgebied. Dat heeft ons een berg gegevens opgeleverd over onderwerpen als populatieontwikkeling en weersomstandigheden. Dit alles hebben we naast een aantal voorspellingsmodellen gelegd. Daaruit kwam een model dat goed past bij de Nederlandse weersomstandigheden“, verklaart CZAV adviseur Maurits van der Hout op de CZAV website.
Aangepast model
Volgens Van der Hout is het betreffende koolvliegvoorspellingsmodel gewoon van het internet afgehaald. Van der Hout: „Je vindt er meerdere voorspellingsmodellen. Het punt is alleen: welk model is geschikt voor de lokale klimaat- en groeiomstandigheden waarmee je te maken hebt? Voor Nederland hebben wij dat onderzocht. Dit door over de afgelopen vijftien jaar de regionale temperatuurgegevens van het KNMI te leggen naast de tellingen van de koolvlieg.” Het aantal graaddagen (aantal dagen x temperatuur) is hierbij essentieel. De groei- en voortplantingssnelheid van de koolvliegen is (evenals bij trips en koolmot) namelijk vooral temperatuur gerelateerd. Op basis van dit model voorspelden Van der Hout en zijn collega Maries Koopmans zowel de tweede (in week 27) als de derde koolvliegvlucht op een spruitkoolperceel. Dit is een van de tien percelen waar CZAV de populaties trips, koolmot en koolvlieg met insectenvallen bijhoudt.
Explosie
„Op die bewuste maandag zat de val tjokvol. Totaal het tegenovergestelde van vlak voor het weekend, toen er slechts drie vliegen in zaten.’’ Normaal wordt zo’n explosieve vliegen toename van niet als positief ervaren, ware het niet dat dat de twee adviseurs de koolvliegvlucht enkele dagen eerder al hadden voorspeld. Dit op basis van het voorspellingsmodel dat CZAV sinds dit voorjaar gebruikt. Het grote voordeel hiervan is dat voordat de piek zich aandient en deze vliegen eieren leggen de teler kan beginnen met opruimen. Koolvliegen beginnen 4 dagen na verschijning al met afzetten van eieren en houden dat drie tot vijf weken vol. Overigens gaat het groeimodel niet op voor de eerste vlucht. Die insecten komen uit de grond en worden op een andere wijze bestreden. Maar wel de tweede vlucht veelal begin juli en de derde vlucht eind augustus/begin september. Op basis van dit model geeft CZAV nu actuele bestrijdingsadviezen aan de telers.
Kleine vliegen bestrijden
Vliegen vangen en tellen heeft als nadeel, dat dat aantal slechts een afspiegeling is van het aantal vliegen dat al aanwezig is. Daardoor blijf je achter de feiten aanlopen. “Als je bijvoorbeeld elke 7 dagen een koolvliegenval controleert, kan het zijn dat zich juist in de dagen erna een populatie ontwikkelt. Die mis je. Of je besluit een bestrijding uit te voeren. Er is altijd een percentage dat hierdoor niet wordt geraakt en kan doorgaan met het leggen van eieren. Het is logischer om te bestrijden wanneer de populaties nog zo klein mogelijk is. Het bestrijden van kleine vliegen is veel effectiever. Iedere vlieg die zich niet heeft gevestigd heeft, hoef je immers uit meer te schakelen’’, besluit Van der Hout.
Plaaginsect
Volgens Agro Bayer is de kleine koolvlieg (Delia brassicae) en grote koolvlieg (Delia floralis) behoren tot de bloemvliegen, die vaak op knol- en koolgewassen en andere kruisbloemigen te vinden zijn. Vooral bloemkool, Chinese kool, koolrabi, radijs en rettich worden in sterke mate aangetast. In de late zomer en herfst worden ook bovengrondse plantendelen aangetast (spruitkool). Het plaaginsect overwintert als pop in de bodem. Het op de huisvlieg lijkende, grijze insect sluipt in warme gebieden vanaf midden april uit. In gebieden met ruiger weer echter pas eind april tot begin mei. De vlieg legt haar witte, ca. 1 mm lange eitjes afzonderlijk of in groepjes van maximaal 10 stuks af op de stengelvoet van de koolplanten en in spleten in de grond dicht bij de plant. Na enkele dagen komen de maden uit. Zij vreten eerst de haarwortels aan en dringen later in de hoofdwortel binnen. Volgroeid zijn zij bijna 1 cm lang. Meestal treden per jaar drie generaties op, waarbij de eerste generatie van de kleine koolvlieg met afstand de gevaarlijkste is.