Agrea waarschuwt voor toenemende druk dwergvergelingsvirus

Vandaag presenteert Agrea haar wintergranenadvies 2018. Daarbij waarschuwt ze specifiek voor het dwergvergelingsvirus (Barley Yellow Dwarf Virus,BYDV). Een virus dat zowel bij wintertarwe als wintergerst veel opbrengst kan kosten, zeker nu de winters milder lijken te worden. Bladluizen kunnen in sommige jaren door het overbrengen van het dwergvergelingsvirus heel wat schade veroorzaken, niet enkel in wintergerst maar ook in wintertarwe.
Afhankelijk van de rassenkeuze dan wel zaaizaadontsmetting kunnen telers op één of meerdere bespuitingen tegen luizen besparen.
Meeldauw
Effectief meeldauw bestrijden is een kostbare aangelegenheid. Akkerbouwers die actief zijn in een gebied waar meeldauw een probleem is worden geadviseerd hier rekening mee te houden. Aarfusarium chemisch bestrijden in tarwe blijkt in de praktijk erg moeilijk. Graantelers krijgen daarom het advies te kiezen voor een ras met minimaal een 6,5 maar bij voorkeur een 7 voor resistentie tegen aarfusarium. Verder adviseert Agrea bij de keuze te letten op een goede arbeidsverdeling en risicospreiding. Dit wil zeggen meerdere rassen met een spreiding in vroegrijpheid zaaien. Tijdens droge zomers lijken de late rassen hierbij in het nadeel ten opzichte van de vroegere rassen. Vroege rassen kunt u vroeg zaaien, maar niet alle vroege rassen zijn geschikt voor late zaai. Zaai late rassen bij voorkeur vroeg, zodat ze alsnog op tijd rijp zijn. Voor percelen waar tarwehalmdoder een rol speelt (als gevolg van intensieve graanteelt) zijn rassen met Latitude-ontsmetting aan te bevelen.
Zaaizaadhoeveelheid
Voor een bovengemiddelde tarweopbrengst zijn minimaal 700 aren/m² nodig. Om dit te bereiken moeten na de winter minimaal 300 planten/m² zijn overgebleven. De zaaizaadhoeveelheid is afhankelijk van het zaaimoment, het duizendkorrelgewicht (DKG), de zwaarte van de grond en de zaaiomstandigheden.