Fotoserie: Meer inzicht in het risico van bodemverdichting bij aardappel poten gewenst
Veel meetwaarden
Aanleiding tot het opzetten van de proef was het grote effect van berijding dat Delphy-adviseur Herman Krebbers in 2016 had vastgesteld. “In april werd er gepoot en na een normaal seizoen werd het in augustus droog. Toen zagen we dat stroken die niet bereden waren groen bleven, terwijl stroken met sporen van de trekker en pootmachine zichtbaar verdroogden.” De adviseur wijst verdichting als belangrijkste oorzaak aan.
In het onderzoek zijn veel meetwaarden genoteerd. “Daarbij moet je denken aan de zwaarte van de grond, opbouw van het bodemprofiel, het vochtgehalte in de toplaag en bouwvoordiepte”, stelt Krebbers. Ook is er gekeken naar de werktuiggewichten, het soort banden en bandspanning en de instellingen van de machines. “Verder is er gekeken naar de invloed van het weer gedurende het seizoen in relatie met deze meetwaarden.”
Uitvoering van de metingen
Studenten van Aeres Hogeschool uit Dronten, hebben op de percelen van de beide akkerbouwers uitgebreid metingen gedaan. Zo zijn de machinegewichten, en gewichtsverdeling gemeten met het mobiele weegsysteem van Delphy. Van alle banden zijn de bandspanningen gemeten op moment van poten. De bodemsituatie is vastgelegd door metingen met een hand bodemvochtsensor op verschillende diepten. Verder is de bodemopbouw bekeken op basis van boormonsters en profielkuilen. Tevens is steeds de bodemtemperatuur gemeten.
“Bij de metingen zijn steeds de ruggen op onbereden grond, onder de trekkerwielen en onder de pootmachine gemeten”, legt Krebbers uit. Na de metingen bij poten, is de opkomst vergeleken met tellingen van plantaantallen. “Voor een vergelijking van de gewasgroei zijn ook indicatieve metingen uitgevoerd met de Rapidscan, een hand spectraal sensor die de biomassa en de stikstofopname kan meten.”
Meer inzicht gekregen
De demo aanpak heeft volgens Herman Krebbers duidelijk meer inzicht gegeven in de praktische uitvoering van de metingen. Hij doelt op de korte tijd waarin veel metingen moeten worden uitgevoerd en de tijd die het kost om deze metingen juist en in voldoende omvang uit te voeren. “Er bleek namelijk nogal flinke variatie te zijn in de meetwaarden, grotendeels terug te herleiden tot plaatselijke bodemverschillen op de percelen”, stelt Krebbers. “Voor de praktijk betekent dit ook dat er voldoende herhaling van waarnemingen moeten zijn, om een betrouwbaar beeld te krijgen.“
Opvallende uitkomsten
Opvallende zaken in 2017 waren dat de toplaag een vochtgehalte had variërend van 10-20 procent, terwijl op een diepte van 15 centimeter en dieper het vochtgehalte al varieerde van 28-39 procent. Bij de matig zware kleigrond van de beide akkerbouwers bleek deze vochtige kleiondergrond gemakkelijk kneedbaar. “En dat is dus een potentieel groot risico van bodemverdichting”, stelt Krebbers. “Dat bleek ook wel uit de harde laag onder de ruggen waar de beworteling nagenoeg niet doorheen groeide.” Vanwege de regelmatige neerslag en het ontbreken van vochttekorten, zoals dat keurig werd vastgelegd met neerslag- en bodemvochtsensoren, was de invloed daarvan dit jaar niet direct in het veld zichtbaar. En op het lichtere perceel van één van de akkerbouwers, dat in het verleden is gediepploegd, was deze verdichting maar weinig te meten.
Meten = weten
Aardappeltelers moeten volgens de specialist van Delphy dieper kijken dan de toplaag als ze gaan poten. “Het kan zijn dat de toplaag droog is, maar de ondergrond (30-40 cm) nog te nat. Dat heb je geen ideaal pootbed.” Krebbers noemt het vochtgehalte op 30 tot 40 cm diepte in de bodem “de meest essentiële factor’ om te beginnen met poten. Volgens Herman geldt ook hier het bekende uitgangspunt: meten = weten. “Door een juiste toepassing van metingen met bodemsensoren en correct gebruik van de bodemdata kan het risico van schadelijke bodemverdichtingen duidelijk beter worden ingeschat.” Om het voor de akkerbouwer praktisch uitvoerbaar te maken, moeten er volgens de adviseur van Delphy wel snelle, gemakkelijke en goedkope meetmethoden beschikbaar komen. “Met de nieuwste versies van de Lora bodemvochtsensoren worden daarin goede stappen gezet. Dat zal alleen maar meer worden met brede toepassingen van (draadloze) IoT technieken.”
Tekst: Herman Krebbers, Henny Lenkens
Beeld: Herman Krebbers