
'Op de lage plekken moet ik aardappelen laten zitten'

Behalve wat lichtere regenval kreeg Dijkstra in september drie maal meer dan 40 millimeter in een grote bui. „Op de lage plekken moet ik daarom wat pootaardappelen laten zitten. Daar zit wat rot in”, zegt de akkerbouwer uit het Groningse Feerwerd. Hij probeert, samen met de veehouder waarmee hij grond uitwisselt, de bodem juist weerbaarder te maken tegen extreme omstandigheden. De wateroverlast van afgelopen maand illustreert dat het nodig is een grond te hebben die wat aankan.
Dijkstra zoekt een deel van de aanpak tegen wateroverlast en slemp in de toepassing van groenbemesters. Juist op de plekken die het het hardste nodig hebben ziet hij dat de groenbemesters het moeilijk doen. „Vooral de gele mosterd gaat op deze plekken kapot. De bladrammenas lijkt op de slechte plekken een beetje te herstellen.”
De bladrammenas zaaide hij op één datum en de gele mosterd steeds als er weer een stuk grond vrij kwam. Hij neemt waar dat de stukken die hij later zaaide duidelijk achterblijven bij de gele mosterd die mooi op tijd in de grond kwam. Een mengsel van wikke, haver en phacelia lijkt ook wat minder last te hebben van de nattigheid.
Laat zaaien
Dijkstra is later dan andere jaren met zaaien van wintergraan. „De uien zijn het laatste wat ik nog binnen moet halen. Ze zijn maandag 25 september gerooid. Ik hoop ze snel binnen te halen. Ze verliezen wat kleur, nu ze te lang buiten liggen. De laatste jaren kon ik wintergraan zaaien in de laatste week van september of de eerste van oktober. Dat wordt nu wat later of ik moet kiezen voor zomergraan, als het te laat in oktober wordt.”
De maïs van de buurman werd woensdag gehakseld. „Het valt mee hoe de spoorvorming was, al kan je natuurlijk niet de verdichting in de ondergrond zien.” Dijkstra teelt bewust geen bieten om de structuur van zijn gevoelige grond in het najaar niet te bederven met bieten rooien.
De poters zijn redelijk goed binnengekomen, oordeelt de akkerbouwer over zijn belangrijkste teelt. „De eerste helft rooide ik onder vrij droge omstandigheden. Bij de rest was het natter en kwam er wat meer grond mee”, zegt Dijkstra. Iets meer aanhangende grond is zachter voor de poters. Het droogt mooi op en zit goed in de bewaring.