Rutte III vergroent en versterkt marktmacht boeren
Dat laat het dinsdag gepresenteerde regeerakkoord zien. Met een nationaal Klimaat- en Energieakkoord verbindt de regering zich om in 2030 de helft minder CO2-uitstoot te hebben. Voor de landbouw betekent dat dat er 3,5 Mton CO2 minder moet worden geproduceerd, onder andere door een slimmer landgebruik. Waterschappen en boeren moeten gaan experimenteren met flexibel peilbeheer en onderwaterdrainage. Agrarisch natuurbeheer in de directe omgeving van Natura2000-gebieden zou een bijdrage kunnen leveren aan minder intensief landgebruik en zo aan de klimaatopgave en aan natuurherstel. Boeren die hieraan meedoen worden daarvoor gecompenseerd.
Marktpositie boeren verbeteren
Ook neemt het kabinet Rutte-III stappen om de marktpositie van boeren te verbeteren en de ongelijke verhoudingen in de keten tegen te gaan. De Mededingingswet wordt zo aangepast dat boeren prijs- en andere afspraken mogen maken.
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) krijgt een speciaal team om geschillen in de keten te beslechten, en de organisatie moet erop toezien dat als afnemers bovenwettelijke eisen stellen aan boeren, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid of dierenwelzijn, dat die boeren daarvoor hogere prijzen ontvangen. Branche- en producentenorganisaties kunnen de overheid vragen AVVs af te sluiten, om zo bijvoorbeeld onderzoek te financieren of duurzame standaarden te implementeren.
Europese eisen
Het kabinet wil zo efficiënt mogelijk voldoen aan Europese eisen. Het streven is naar een gelijk speelveld met zo min mogelijk ‘nationale koppen’. Het kabinet gaat ook een inventarisatie maken naar de verschillen in implementatie van Europese richtlijnen (Kaderrichtlijn Water, Natuur- en Habitatrichtlijn, NEC-richtlijn) in Nederland en het buitenland.
Daarnaast wil het kabinet met de sector langetermijnopgaven inventariseren en samen actieplannen opstellen. In die plannen moet versterking van kringlooplandbouw en bodemvruchtbaarheid een plaats krijgen.
Het kabinet zet in op een hervorming van het GLB na 2020. Dat moet minder gericht zijn op inkomensondersteuning en meer op innovatie, duurzaamheid, voedselzekerheid en –veiligheid. Daarnaast moet het de landbouw meer crisisbestendig maken, onder meer door boeren meer ruimte voor samenwerking in de markt te bieden.