Snel zaaien groenbemesters op noordelijke klei gecompliceerd

Direct zaaien na de graanoogst is lastig voor stro-oogst en door stikstofimmobilisatie als gevolg van stro op de akker.

De tijd tussen twee wintermaaigewassen op de noordelijke klei is krap voor een groenbemester. Daar is weinig aan te veranderen. Ook direct zaaien achter de maaidorser aan heeft zo zijn beperkingen zeggen de ervaringsdeskundigen van de noordelijke proefbedrijven van SPNA.

De SPNA (Stichting Proefbedrijven Noordelijke Akkerbouw) probeerde het vorig jaar al eens: direct groenbemester zaaien achter de combine, gewoon met een zaaimachine achter de combine getrokken. Volgens Carina Rietema en Jaap van 't Westeinde van respectievelijk proefbedrijf Kollumerwaard en Ebelsheerd stuit deze methode op twee bezwaren: de stro-oogst kan niet doorgaan en het gehakselde stro legt stikstof vast.

Op het Oldambt is de stro-oogst een belangrijk deel van de oogst. Na het dorsen voeren veel telers het stro af. Het stro levert extra financiële opbrengst. Gevolg is dat de grond zwaarder bereden is en dat voor het goed groeien van een groenbemester de grond eigenlijk even losgetrokken zou moeten worden. Zeker bij enkelvoudige groenbemesters is de insporing anders te zien.

Laat de boer het stro verhakseld achter op het perceel, dan heeft dat tot gevolg dat een deel van de aanwezige stikstof of de extra stikstofmest op de groenbemester geïmmobiliseerd wordt. De vertering van het stro vraagt om stikstof, met als gevolg dat de stikstof niet ten goede komt aan de groenbemester.

In de regiokranten van Agrio gaven Van 't Westeinde en Rietema uitleg over de situatie met groenbemesters op de noordelijke kleigronden. In dit artikel gaven ze aan dat het moeilijk is om in de korte tijd tussen twee gewassen een goede groenbemester te telen, in ieder geval is de puzzel om het beste voor grond en volggewas te kiezen ingewikkelder dan in zuidelijker delen van het land en op lichtere gronden.