Limburg wil meer graan gaan oogsten met arenstripper
De inzet van de arenstripper bij het oogsten van graan moet ervoor zorgen dat de met uitsterven bedreigde hamster enerzijds voldoende voedsel heeft en anderzijds in een beschutte omgeving kan leven. Volgens Harm Kossen van Natuurrijk Limburg past deze wijze van oogsten goed bij een door de maatschappij gewenste meer biodiverse vorm van landbouw. Navraag bij de Engelse fabrikant Shelbourne leert dat deze arenstrippers, afhankelijk van de capaciteit, levert vanaf 25.000 tot 50.000 euro exclusief btw. Kossen: „Je kunt van agarische ondernemers niet verwachten dat ze zelf een arenstripper aanschaffen. Vandaar daat wij met dit voorstel komen. Verder gaan we onderzoeken of het in de toekomst mogelijk is om graan, dat geoogst wordt met een arenstripper, als een vergroeningsmaatregelen te kunnen betitelen. In dat geval is voor een loonwerker een investering in een arenstripper waarschijnlijk snel rendabel.”
Late oogst
Het graan in zijn geheel niet oogsten en het de hele winter staat te verpieteren, zoals dat jarenlang bij het Korenwolfbeheer gebeurde, is duur en er bestaat hiervoor steeds minder draagvlak. Om de korenwolf toch voldoende bescherming te bieden wordt nu in Zuid-Limburg geëxperimenteerd met later oogsten en oogsten met de arenstripper. Later oogsten betekent in de meeste jaren dat er ongeveer twee weken later geoogst wordt; in sommige jaren (met natte zomers) kan het echter wel vier weken later zijn. Dat uitstel is soms te lang en geeft veel risico op verlies van gewasopbrengst. Daarnaast komen boeren in de problemen met milieuwetgeving. Immers na 31 augustus mogen ze geen dierlijke mest op de akkers uitrijden. Om toch eerder te kunnen oogsten zonder dat dekking verdwijnt, oogsten boeren met een arenstripper. De arenstripper haalt alleen de tarwekorrels uit de aar. De stengels van de tarwe blijven staan, inclusief de aar. Dit biedt de korenwolf veel meer dekking dan oogsten met het laten staan van een hoge stoppel. Een nadeel van de oogst met de arenstripper is het korrelverlies: nu is dat 5 tot 10 procent, maar met nieuwere machines en gewenning in het gebruik ervan kan dit naar verwachting beperkt worden van 3 tot 5 procent.