Limburgse uien €1200 onder landelijk gemiddelde

Het Nederlandse uienareaal vertoont een gestage jaarlijkse groei. Van 20.000 ha in 2000 tot ruim 33.000 ha in 2016. Ook op de Zuid-Limburgse lössgrond neemt het uienareaal toe. Uit cijfers van het CBS blijkt dat in de periode 2010-2016 het Limburgse areaal toenam met 400 ha. In deze periode steeg het areaal in Noord-Brabant met 900 ha, Drenthe, Groningen, Zeeland en Zuid-Holland met elk 600 ha. In 2000 werd volgens het CBS op slechts 117 ha in Limburg uien geteeld. In 2017 waren dit 773 ha. Als belangrijkste oorzaak van deze groei verwijst Jacques Vroemen, akkerbouwspecialist bij het Zuid-Limburgse Rabobank Agrarisch Advies Team (RAAT) naar het financiële resultaat van wintertarwe. „Een bruto-financiële opbrengst van circa 1.200 euro per hectare is in Zuid-Limburg net voldoende voor het betalen van de pacht van bijna 1.000 euro. Van de resterende 200 euro moet de teler nog alle kosten betalen, inclusief loonwerk. In 2011 hing de vlag er anders bij. Toen bracht de tarwe gemiddeld circa 1.600 euro op terwijl de pacht ‘slechts’ 700 euro bedroeg. De conclusie is duidelijk: aan de teelt van tarwe valt niets te verdienen. Logisch dat akkerbouwers een alternatief zoeken”, aldus Vroemen.
Grote opbrengstverschillen
Een deel van de Zuid-Limburgse akkerbouwers zoekt zijn heil in uien. Maar op een doorsnee Limburgs bedrijf loopt deze teelt nog niet op rolletjes. Uit een vergelijking die de Rabobank maakte tussen de landelijke opbrengsten en de opbrengsten in Zuid-Limburg blijkt dat het Zuid-Limburgs resultaat tussen 2012 en 2016 (ver) achter blijft bij het gemiddeld landelijke resultaat. In 2012 bedroeg de gemiddelde opbrengst slechts 65 procent van het landelijk gemiddelde, in 2013: 82 procent, in 2014 102 procent, in 2015 80 procent en in 2016 98 procent. De gemiddelde bruto-opbrengst van de Zuid-Limburgse akkers bedroeg in de afgelopen vijf jaar 5.656 euro. Landelijk viel de gemiddeld hoogste opbrengst ruim 1.200 euro per ha hoger uit (6869 euro). De bedrijven onder het landelijk gemiddelde zitten op slechts 4939 euro. De gemiddelde opbrengsten van de löss benaderen wel steeds meer de doorsnee Nederlandse opbrengst „Desondanks is er nog volop werk aan de winkel”, constateert Brigitte Kroonen van WUR-PPO-Vredepeel op basis van deze vergelijking. Zuid-Limburgse telers met een contract beurden over de afgelopen vijf jaar gemiddeld 5811 euro/ha tegen 5497 euro/ha bij telers zonder contract. Vroemen:„Dit betekent weinig marge voor de opslag van uien. Een opslag die gepaard gaat met hoge bewaarkosten en in schuren waaraan een aanzienlijk investeringsprijskaartje hangt.”
Saldo belangrijker
Die cijfers over opbrengsten zeggen me niet veel. Het saldo vind ik veel belangrijker. Als je alle kosten bij elkaar optelt hou je ook aan de uienteelt niet veel over”, verzucht akkerbouwer Neven uit Mesch bij het verlaten van de zaal in Klimmen. De Rabobank haalde haar cijfers uit de door de akkerbouwers aangeleverde jaarcijfers. De aan de teelt gerelateerde kosten konden hieruit niet worden gedistilleerd.