Actieplan Plantgezondheid voor gezonde bodem en rendabele akkerbouw

Volgens de betrokken partijen – met de telersorganisaties LTO en NAV voorop - vormt de voortdurende maatschappelijke discussie rondom plantgezondheid, bodemvruchtbaarheid en gewasbescherming de aanleiding tot het opstellen van het actieplan. “We staan er volledig achter. Als LTO hebben we de ambitie neergelegd”, zegt voorzitter Jaap van Wenum van de vakgroep Akkerbouw van LTO Nederland.
Onder de paraplu van de branchegroep werken LTO en NAV bij het Actieplan Plantgezondheid samen met ketenpartijen als Plantum, de Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO), Agrifirm, Cosun en anderen. Het besluit tot het opstellen van het actieplan werd in november 2016 genomen door het bestuur van de brancheorganisatie.
Het draagvlak is sectorbreed.“Dit is typisch een onderwerp op samen op te trekken. De verschillende partijen in onze organisatie hebben allemaal op hun eigen manier met de problematiek te maken”, aldus directeur Matthé Elema van de Brancheorganisatie Akkerbouw.
Onder een vergrootglas
De akkerbouwbranche is er zich van bewust dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest onder een vergrootglas ligt. De branche wil laten zien dat telers goed en zo zuinig mogelijk omgaan met gewasbescherming. “Het is in ons aller belang dat we niet meer spuiten dan strikt noodzakelijk”, zegt Matthé Elema. Hij geeft aan dat er in de akkerbouw al hard aan reductie wordt gewerkt.
Speerpunten in het Actieplan zijn weerbare teeltsystemen (vitale bodem door meer ruimte voor verhoging organische stof), precisietechnieken, vergroening van de middelen, meer draagvlak (communicatie) en meer biodiversiteit. Ook moet alles in het werk worden gesteld om de acceptatie te vergroten. “Op de eerste plaats betekent dat secuur en zorgvuldig werken en op de tweede plaats volstrekt transparant zijn door te vertellen wat je doet.”
Koploper in duurzame teeltmethoden
Het na te streven doel is dat de Nederlandse akkerbouw internationaal koploper wordt in duurzame, officieel erkende en maatschappelijk gewaardeerde teeltmethoden. Milieuprestaties moeten inzichtelijk worden gemaakt. Inspanningen die akkerbouwers daar voor moeten doen, moeten over het voetlicht worden gebracht. Natuurlijk moeten de burger en consument dit weten, maar meer nog de invloedrijke stakeholders. “Dat is een heel belangrijke schakel in de communicatie met de samenleving.”
Momenteel wordt het Actieplan Plantgezondheid nader uitgewerkt. Dat betekent stappenplannen voor een driftreductie, monitoring van bodemgezondheid, een erfemissiescan van akkerbouwbedrijven en de toepassing van Beslissingsondersteunende systemen (BOS) en Early warning systemen.
Volgens Van Wenum moet het in de loop van 2018 van kracht worden. Er moeten volgens Elema echter nog enige hobbels worden genomen. “We zijn bezig met de uitwerking, daar moet ook een deugdelijke begroting onder liggen. Die puzzel wordt op dit moment gelegd.”
Samen met het ministerie van LNV
Omdat er bij de realisering van het plan duidelijke aanknopingspunten zijn bij de overheid, is contact gelegd met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Wat de branche-organisatie betreft wordt samen met het ministerie opgetrokken. “Wij denken dat ons actieplan aansluit bij de ambitie van het ministerie. Onderzoek is een belangrijk element in ons plan en daar gaat ook het merendeel van de kosten in zitten. Wat ons betreft wordt het op één lijn gebracht met het topsectorenonderzoek van het ministerie.”
Het ministerie kan bijvoorbeeld ook een belangrijke rol spelen in het versneld toelaten van minder schadelijke groene gewasbeschermingsmiddelen en het sneller toestaan van nieuwe veredelingstechnieken zoals Crispr-Cas en ‘gene editing’. Elema meldt dat over deze gespreksonderwerpen een afspraak met het ministerie is ingepland.
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Agrio