'Van een landelijke rattenplaag is geen sprake'
De minister is het bovendien niet eens met het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD) dat de preventie met betrekking tot ratten in Nederland niet goed geregeld is. Het beleid is juist gericht op het voorkomen van onbeheersbare situaties. Er zijn geen signalen dat een door ratten overgebrachte ziekte uit de hand loopt. De hygiëne is tegenwoordig bovendien veel beter dan in het verleden. Dat schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer.
Het RIVM doet onderzoek naar ratten om de risico’s voor de volksgezondheid beter in te kunnen schatten. Uit de resultaten tot nu toe blijkt dat geen sprake is van een landelijke plaag: de trends per gemeente kennen grote verschillen. De omvang van de rattenpopulatie lijkt sterk bepaald te worden door gemeentelijk beleid aangaande afval, plaagdieren, door gedrag van burgers en door bouwactiviteiten.
De rattenpopulaties in de buitengebieden worden bijgehouden door trends te bepalen in de bijvangsten van de bruine ratten bij de muskus- en beverratbestrijding. Hierin zijn over de jaren schommelingen te zien, maar geen duidelijke stijgende trend.