‘Vergroeningsmaatregelen dragen niet bij aan veel beter milieu’
De vergroeningseisen zijn volgens de ERK in het algemeen weinig veeleisend en komen grotendeels overeen met de normale landbouwpraktijken. Schouten schrijft in haar brief: ‘De voordelen van vergroening voor de biodiversiteit zijn beperkt als gevolg van het feit dat door agrariërs vooral wordt ingezet op productieve ecologische aandachtgebieden, waarbij voornamelijk wordt gekozen voor vanggewassen en stikstofbindende gewassen.’ Volgens de ERK leveren juist deze gewassen geen grote voordelen op voor de biodiversiteit. Bovendien maken ze vaak al deel uit van de normale landbouwpraktijken.
Vereenvoudiging GLB
Dat de voordelen van de GLB-vergroening volgens de ERK beperkt zijn, was in maart 2017 ook al de conclusie van een nationaal eerste evaluatierapport, afkomstig van de WUR. Hierin kwam naar voren dat de effecten van de vergroeningsmaatregelen vooralsnog beperkt zijn, vooral voor de biodiversiteit, omdat veel boeren kiezen voor een productiegerelateerde invulling van de vergroening door voor 90 procent te kiezen voor vanggewassen. Volgens de ERK maakt de huidige vergroening het GLB aanzienlijk complexer en beveelt op dit punt vereenvoudiging aan. Dit sluit volgens de minister aan bij het streven van Nederland om te komen tot een algehele vereenvoudiging van het GLB.
Vergroeningsbetaling
Omdat de vergroeningssubsidies gemiddeld genomen aanzienlijk hoger uitvallen dan de kosten die landbouwers moeten maken om aan de vergroeningseisen te voldoen, stelt de ERK dat de vergroeningsbetaling in wezen een inkomenssteunregeling blijft. ERK wil daarom landbouwers alleen nog toegang geven tot GLB-betalingen, indien ze voldoen aan een reeks basismilieunormen, waaronder de generieke vergroeningsmaatregelen van het GLB.