‘Hybride uien scoren aanmerkelijk beter’

Sinds vier jaar houdt De Groot en Slot proefrooiiingen. Telers werden hier nauw bij betrokken door samen het land in te gaan en een proefrooiing te doen. Op dat moment was er voor de telers al een mooie indicatie wat er aan oogst verwacht kon worden. De Groot en Slot verkregen zo een mooi vergelijk van de eigen genetica met rassen van andere zaadfirma’s. De rooiingen vonden plaats op het moment dat de uien nog vast stonden, een gedeelte groen loof hadden en dus (nog) niet veel last hadden van de neerslag die daarna is gevallen.
Bewaarproces
In totaal zijn werden 475 monsters uit de percelen gehaald. Deze zijn in Broek op Langedijk gedroogd en daarna “gepest” door verschillende bewaarregimes toe te passen. Hierdoor werden de uien goed geprikkeld konden eventuele gebreken tijdens de verwerking aan het licht komen. Begin februari werden de uien afgestaart, gesorteerd in de maat 40-60 mm en >60 mm en werd de tarra bepaald. Ook werd de indroging vastgesteld door middel van een weging af-land (met groen loof en soms wat grond erbij) en door later - na de bewaring - nogmaals te wegen.
Grote variatie
De Groot en Slot signaleert grote opbrengstverschillen tussen Hy-rassen en niet Hy-rassen. De opbrengsten verschilden soms meer dan 50 ton per hectare. Van monsters van meer dan 20 kg per 2m² tot monsters van maximaal 10 kg per 2m². Niet alleen de bruto opbrengst van de Hy-rassen was volgens De Groot en Slot bij de oogst vaak al hoger, maar ook de netto opbrengst na indroging en tarrering was hoger dan die van andere genetica. Verder vormt de grofheid van de ui een belangrijk aspect. Dit jaar worden grove partijen beter betaald dan de fijnere. De grofheid van de uien hangt ook vaak samen met de behaalde opbrengst. Ook hieraan was te zien dat de Hy-rassen gemiddeld beter uit de proeven kwamen. Dit jaar hebben de uien meer last gehad van fusarium en bacterie. Dat zagen we terug in de proefmonsters die onder relatief “ideale” omstandigheden zijn geoogst.
Rassen positioneren
Door de grote diversiteit aan proefrooiingen met verschillende genetica zegt De Groot en Slot nog beter in staat te zijn om de rassen te positioneren. D.w.z. de voor deze rassen ideale gronden gecombineerd met het juiste afzetdoel.