Specialisten geven antwoord op bemestingsvragen
Bijdrage: Wouter ten Brinke / Jan Hartveld (Ten Ben Brinke BV)
Hoe kan ik binnen de ruimte van de mestwetgeving mij bodemvruchtbaarheid verbeteren?
Verbeteren van de bodemvruchtbaarheid van de bodem begint met het voeden van het bodemleven met organische mest. Dit betekent dat organische mest de basisbemesting wordt. Bijbemesten en bijsturen gebeurt dan met kunstmest. Dit betekent dat op het akkerbouwbedrijf compost, champost en vaste mest voorrang krijgen op drijfmest, simpelweg omdat hier meer organische stof in zit. Daarna volgt het bijbemesten met efficiënte kunstmest soorten, die het bodemleven sparen en efficiënt opneembaar zijn voor de plant.
Bijdrage: Sander Dekker (CAV Agrotheek)
Hoe kan ik mijn meststoffen zo effectief en efficiënt mogelijk inzetten?
Allereerst is het natuurlijk belangrijk om te weten wat er beschikbaar is vanuit de bodem. Als adviseurs zijn wij voorstander van een uitgebreid grondonderzoek, waarbij naast de hoofdelementen, ook de spoorelementen goed in beeld worden gebracht. Hierdoor komt in beeld waar de onbalans in uw perceel ontstaat. Betere efficiëntie van meststoffen wordt bereikt door deze op de plek te plaatsen daar waar nodig. We zien een toename van bemesting in de rij en het gebruik van vloeibare meststoffen. Urean is een voorbeeld van een vloeibare meststof welke gevoelig is voor vervluchtiging. De kennisorganisatie CropSolutions heeft het probleem van vervluchtiging opgelost door de toevoeging van Limus. Anders dan bij standaard urean, wordt het risico op stikstofverlies door vervluchtiging echter met meer dan 90 procent gereduceerd door de behandeling met Limus. Zo’n product past zeer goed in een duurzame, emissiearme wijze van bemesten. De korrelvorm van ureum kan ook worden uitgerust met Limus, waardoor hetzelfde effect optreedt. Productinnovatie speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van zulke producten
Bijdrage: Bram Schilder (Agrifirm - Regio Midden)
Hoe kan ik schurft in aardappelen op kleigrond het beste beperken?
Belangrijkste is de raskeuze, vervolgens beregenen (vocht). Daarnaast kan een meststof met verzurende werking de hoeveelheid schurft reduceren. Schurft ontwikkelt minder snel bij een lagere zuurgraad. Onderzoek wijst keer op keer uit dat bemesting met ammoniakale stikstof in de vorm van zwavelzure ammoniak de beste resultaten geeft. Bemesten met calcium heeft nauwelijks invloed op de hoeveelheid schurft. Enkel op zavel of kleigronden met een lagere zuurgraad (laag koolzure kalk) kan door het aanvoeren van grotere hoeveelheden vrije calciumionen (gips) worden bewerkstelligd dat er H+-ionen uit het CEC vrijkomen, welke zorgen voor een zuurdere bodem en dus beperking van schurft.
Bijdrage: Henk de Vlieger (Theunisse BV)
Hoe kan ik als teler mijn bodem optimaal voeden, rekening houdend met de huidige wetgeving?
Zonder strategie gaat het nooit lukken om uw bodem optimaal te voeden. De strategie start met een goed bemestingsplan dat in samenspraak met uw teeltadviseur opgesteld wordt. Bij een goed bemestingsplan wordt er optimaal gebruik gemaakt van meststoffen die effectief en efficiënt zijn. Effectiviteit en efficiëntie wordt behaald door meststoffen te gebruiken met hoge wateroplosbaarheid en door het plaatsen van deze meststoffen zodat de plant er goed over kan beschikken. Er zijn nog meer aandachtspunten waar men rekening mee dient te houden, maar het gebruik van hoogwaardige meststoffen en het plaatsen van deze meststoffen geeft al veel winst in de vorm van een besparing op de mineralenbalans. De besparing die gerealiseerd wordt kan ingevuld worden met goede vaste organische (mest) producten.
Bijdrage: Han Kammer (Delphy)
Waar moet ik op letten bij de bemonstering van mest?
Naast de standaard stikstof en fosfaat is het altijd raadzaam om kali mee te nemen in het mestmonster. Naast de standaard mestmonsters kunt u ook een mestmonster uitbreiden. Dit kan met magnesium, natrium, chloor, stikstof ammoniak, stikstof organisch, organisch stof, ruw as, droge stof, koolstof en de C/N verhouding. Dit om een breder beeld van de aangevoerde mest te krijgen.
Bijdrage: Ton Hendrickx (CZAV)
Hoe verbeter ik de benutting van mijn fosfaatbemesting?
Fosfaat is weinig beweeglijk in de bodem en met name van belang aan het begin van een teelt. De benutting is te verbeteren door een rijentoepassing bij planten of zaaien. De laatste jaren zijn er ook uitstekende ervaringen met een voortoepassing, waarbij de meststof zeer dicht bij de kiem wordt toegepast. Let op: hoe dichter bij de kiem, hoe lager het zoutgehalte van de meststof moet zijn. Kies voor granulaten op basis van calciumfosfaat (bv Physiostart) of kies voor vloeibaar (Quickstart).
Regelmatig lees ik in de pers dat de bodemvoorraden van voedingsstoffen in Nederland dalen, niet alleen van de hoofdelementen maar ook van sporenelementen. Wat is de beste strategie?
Er is inderdaad aangetoond dat het bodem leverend vermogen van fosfaat, zwavel, calcium en de sporenelementen zink en borium snel dalende is. Allerbelangrijkste tip: laat elke 4 jaar een grondonderzoek steken, waarin ook de sporenelementen worden meegenomen. Laat het vervolgens door een bemestingsdeskundige beoordelen en stel een bemestingsplan op. Denk breder dan alleen N, P en K, de elementen calcium, magnesium en zwavel spelen een grotere rol in de opbrengst en kwaliteit van uw product dan u denkt. Reactie op tekort aan sporenelementen zijn erg gewas-gerelateerd en uitstekend te voorkomen met een bladbemesting.
Bijdrage: Cor Eldering (Van Iperen BV)
Hoe kan ik met minder N toch voldoende groei krijgen?
Centraal staat dan hoe dat de plant zo efficiënt mogelijk de mineralen benut die er beschikbaar zijn. Dus op het juiste moment, op de juiste plaats, de juiste meststoffen geven die zo efficiënt mogelijk voor de plant benutbaar zijn. Dus zorg voor beschikbare mineralen die gemakkelijk door de plant worden opgenomen. Kies bijvoorbeeld voor (vloeibare) meststoffen die ureum bevatten en bij voorkeur toepassen in rijtoepassing in de wortelzone en zorg voor een optimaal producerend bladapparaat door bladvoeding.
Wanneer moet ik bladvoeding met N inzetten?
Niet wachten todat het gebrek zichtbaar is. Kies voor een tweesporenstrategie door N-opname via de wortel en een klein deel via bladvoeding. Bij tijdige en regelmatige toepassing van bladvoeding zorgt u er voor dat de effectiviteit van het bladgroen niet vertraagt en de groei door gaat. Door voor het ontstaan van stress 1 kg N via het blad te geven, kan door de plant door het efficiënter worden van het bladgroen de groei worden gehaald die normaal uit 4 kg N uit de bodem wordt opgenomen. U bespaart zo N en P mineralen die u kunt gebruiken voor het aanvoeren van meer organische stof.
Hoe kan ik de weersomstandigheden minder invloed laten krijgen op de gewasgroei?
Door te zorgen dat er voldoende beschikbare mineralen in de wortelzone aanwezig zijn, kan een plant de mineralen opnemen bij voldoende bodemvocht. Bij het strooien van kunstmest in het seizoen wordt u meer afhankelijk van het al of niet oplossen van mineralen in het bodemvocht. Door het bladapparaat te voeden bent u minder afhankelijk van het weer en zal de plant gemakkelijker en efficiënter doorgroeien.