'Voorkom onnodige grondbewerking'
Eigenlijk was het antwoord van Ter Berg op de vraag 'wat doe je na de oogst met je grond': 'zo min mogelijk'. Ter Berg zette zijn tips op een rij: „Voorkom grondbewerking, heb geduld, zorg dat de grond goed ontwaterd is, let op bandenspanning en de gebruikte rooitechniek en zorg voor voldoende dammen.”
Voldoende dammen zijn belangrijk, omdat er dan minder transport op het perceel is en dat is van groot belang. „Bij een proef in Heino bleek dat transport op de akker de belangrijkste oorzaak van verdichting was.”
Herstelwerk
Veel grondbewerkingen komen voort uit de noodzaak herstelwerkzaamheden te moeten doen. Dat is de reden waarom Ter Berg liever gaat voor minimale afbraak van wortelgangen en de gangen die wormen en ander bodemleven achterlaten voor de boer. Het gewas heeft in het volgende seizoen baat bij die structuren.
Telers willen ook vaak te mooi werk leveren. „Het motto zou mogen zijn dat het er wat grover bij mag liggen”, zegt Ter Berg. „Een te fijn zaaibed stimuleert eerder de groei van muur en straatgras en het water blijft erin hangen. Zorg dat er een kluitje blijft liggen. Een kluitje kan tegen een buitje. Stoppelploegen worden weinig meer gebruikt, maar dat is in mijn ogen het beste apparaat. Na een bewerking daarmee ligt het grof genoeg.”
Sporen
Als het nuttig is voor de waterberging of het opheffen van sporen, dan kan een akkerbouwer de woeler inzetten, zij het niet te snel en niet te diep. Ter Berg ziet veel gevallen waarin de situatie eerder slechter kan worden. „Woelen doe je in je bed, niet in de grond. De woelpoot kan verstoren wat je natuurlijk opgebouwd hebt.”
Wormengangen kunnen volgens de bodemdeskundige heel oud zijn en jaren later het gewas de kans geven diep te wortelen. Wil de boer zien of er storende lagen zijn, dan is het maken van een profiel leerzaam. Bij verdichte lagen groeien de wortels van de planten opzij en vaak geeft blauwverkleuring zuurstofgebrek aan. Bijkomend voordeel van lichtere machines voor grondbewerking zijn volgens Ter Berg de lagere brandstofkosten en de mogelijkheid met lichtere trekkers te werken.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes