Tweede Kamer stuurt Schouten op pad in Europa
Bij geïntegreerde gewasbescherming gaat het erom om chemische beschermingsmiddelen zo min mogelijk in te zetten. Preventieve maatregelen verdienen de voorkeur, en daarna niet-chemische middelen. Als chemische gewasbeschermingsmiddelen moeten worden ingezet, dan bij voorkeur middelen met een laag risico, terwijl de zware middelen echt het sluitstuk moeten zijn, en enkel moeten worden ingezet als het niet anders kan.
Maar er zijn knelpunten voor de toepassing hiervan, bleek uit het debat over gewasbescherming, afgelopen woensdag in de Tweede Kamer. Een daarvan is de geringe beschikbaarheid van de zogenaamde laagrisicomiddelen, en dat ligt er weer aan de trage toelatingsprocedure van deze middelen bij het CTGB. Minister Schouten onderkent het probleem, zei ze, en ze zet zich in om bij het CTGB een aparte werkstroom te realiseren voor de toelating van deze middelen. Die hoeven dan niet bij het bureau ‘achter aan te sluiten’, maar kunnen direct in de procedure gaan.
Systeemtoelating
Een ander punt is het feit dat het CTGB nu enkel beslist of middelen worden toegestaan of niet, en niet kijkt naar hoe ze worden gebruikt. Dat kan ertoe leiden, zei Roelof Bisschop (SGP), dat zware middelen worden verboden ten gunste van op papier minder schadelijke middelen. Maar als die laatste middelen in veel grotere hoeveelheden worden gebruikt, kan het totale effect op milieu en volksgezondheid groter zijn dan het beperkt gebruik van het zwaardere middel. Mede daarom pleitte Tjeerd de Groot (D66) om die zware middelen toe te laten als onderdeel van een systeem van gewasbescherming, in plaats van voor onbeperkt gebruik. De minister vond die ‘systeemtoelating’ een sympathiek idee. „Maar het gaat in tegen de huidige EU-afspraken”, vertelde ze.
Een ander knelpunt is dat de regelgeving achterloopt op de technologische vooruitgang, stelde Helma Lodders (VVD). Ze gaf als voorbeeld het inzetten van drones om gericht beschermingsmiddelen toe te passen. Schouten erkende dat dat een probleem is, en dat ook daar de EU-regels een belemmering vormen.
De Tweede Kamer spoort de minister daarom aan om in Europa meer initiatief te tonen. De Groot stelde dat de minister niet moet wachten op de ingeplande herziening van de richtlijnen, maar zelf op pad moet in Europa. Bisschop stelde het beeldender: de minister moet volgens hem niet enkel volgend zijn in de discussie, maar meer op de bok zitten en zelf sturen. Maar Nederland doet al veel, vindt minister Schouten. „We zijn al actief geweest op deze zaken en zijn dat nog steeds. Maar de aanpassing van richtlijnen kost tijd en is niet te versnellen.”
Glyfosaat en neonics
De discussie spitste zich ook toe op het gebruik van glyfosaat en neonicotinoïden. Maurits von Martels (CDA) en De Groot pleitten voor een vermindering van het gebruik daarvan, maar wilden het niet helemaal uitsluiten. Als uiterste middel in een geïntegreerde gewasbescherming moet dat mogelijk blijven, vonden ze. Rik Grashoff (GroenLinks) kon zich daar met moeite in vinden, maar wilde wel kijken of er doelstellingen gesteld kunnen worden om het gebruik te minimaliseren. Dat is volgens Von Martels wel mogelijk, zolang er alternatieven zijn.
De Kamer discussieerde ook over de inzet van neonicotinoïden, nu de EFSA van drie middelen heeft geconcludeerd dat die schadelijk zijn voor bijen. Wijzend op het rapport vroeg Grashoff de minister om zich binnen de Europese Raad, de bijeenkomst van EU-landbouwministers, uit te spreken voor een verbod van deze middelen. Bisschop reageerde „vanwege het evenwicht” door de minister te vragen om tegen een verbod te stemmen zolang er geen alternatieven voorhanden zijn bij de teelten van aardappelen en suikerbieten.
Minister Schouten zei voorlopig helemaal niet te stemmen. De EFSA heeft weliswaar een rapport uitgebracht, maar de volgende stap is dat de Europese Commissie een voorstel doet over het gebruik van deze middelen, en dat vervolgens de nationale toelatingsbureaus (voor Nederland het CTGB) dit voorstel bekijken. Aan de hand daarvan zal het kabinet zijn standpunt bepalen, vertelde Schouten, maar voorlopig is dat nog niet aan de orde.