
Balans nutriënt, uitspoeling of broeikasgas wankel

De processen nitrificatie, uitspoeling en denitrificatie bepalen hoeveel van de organische stof in de bodem beschikbaar is voor de plantengroei. Als door mineralisatie meer stikstof vrij komt dan de planten opnemen, kan het teveel als nitraat naar het grondwater uitspoelen of als stikstofgas of lachgas ontsnappen. In het zuidoostelijk zandgebied zijn de gronden droog, waardoor nitraat vaker uitspoelt. De vorming van stikstofgas of het sterke broeikasgas lachgas gebeurt volgens WUR-onderzoeker Gerard Velthof vaker op kleigronden en op vochtiger gronden.
Nadeel zuidoostelijk zand
Of stikstof nu uitspoelt of als gas ontsnapt, het is voor de akkerbouwer allebei verlies van een waardevolle voedingstof. Bij uitspoeling is het probleem dat dit gemeten wordt in het grondwater en daarom de zuidoostelijke boeren steeds meer dwingt om de bemesting op een lager niveau te houden. In feite is het ontsnappen van lachgas milieutechnisch een groot probleem, maar hierdoor wordt minder nitraat in het grondwater gevonden en de boer krijgt dan minder beperkingen in de bemesting vanuit de overheid.
Aan organische stof, groenbemesters of vanggewassen en bodemleven wordt vaak de eigenschap toegedicht dat deze factoren positief zijn voor het vasthouden van nutriënten en dus het voorkomen van stikstofverliezen. Toch is het volgens onderzoeker Janjo de Haan van WUR niet zo dat meer organische stof of meer bodemleven automatisch leidt tot minder stikstofverliezen. Uit meer organische stof vormt zich mogelijk meer nitraat, afhankelijk van de stabiliteit van de organische stof. Als organische stof meer vocht in de bodem vasthoudt, kan dat ook tot meer denitrificatie en dus uitstoot van lachgas en stikstofgas leiden.
Veel factoren
Het weer, de grondwaterstand, zuurgraad, het bodemleven en de grondbewerking beïnvloeden de processen na stikstofmineralisatie: de vorming van ammonium, nitraatvorming en denitrificatie. Stikstofgas (N2) is milieukundig onschadelijk. Volgens Gerard Velthof vormt zich eerder lachgas als de omstandigheden in de grond niet optimaal zijn, bijvoorbeeld bij zuurstofgebrek in de grond. Zware regenval, zoals in 2016, zorgde dat er een piek in nitraatuitspoeling was op het zuidoostelijk zand, zo namen de onderzoekers op proefbedrijf Vredepeel waar.
Organische stof is positief voor de aggregaatstabiliteit (de samenhang van bodemdeeltjes) en daarmee de stevigheid en structuur van de grond. Het is goed voor de waterhuishouding. De grond kan wat meer water vasthouden en watert vaak beter af bij intensieve neerslag. Onzeker is wat organische stof doet met de uitspoeling. Bevat de bodem na jaren toedienen van mest en reststromen veel organische stof, dan neemt de mineralisatie toe en zal er dus meer nitraat kunnen lekken. Voor het onderzoek op proefbedrijf Vredepeel liggen er nog veel vragen open. Zij willen de juiste balans vinden in een teeltsysteem dat optimaal produceert bij zo min mogelijk stikstofverliezen, zeker als het de nitraatgehaltes in het grondwater betreft. Een ander aandachtspunt in de komende jaren is om te volgen wat grondbewerking doet met de mineralisatie, uitspoeling en vervluchtiging van stikstof. Minder intensief of oppervlakkig bewerken van de grond lijkt tot veranderingen te leiden in stikstofmineralisatie. Vredepeel hoopt na groeiseizoen 2018 met meer cijfers te komen over geploegde en niet-kerend bewerkte grond.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes