NVWA: één vondst van bruinrot in 2017, geen ringrot
Intensieve bemonstering van klonaal verwante partijen op het bedrijf leidde tot de vondst van de bacterie in drie andere partijen. In de overige partijen van het bedrijf is geen bruinrot vastgesteld. Deze partijen hebben de status 'waarschijnlijk besmet' gekregen,
De besmetting was verwant aan eerdere vondsten van bruinrot: het uitgangsmateriaal was net als bij de twee bruinrotvondsten in 2016 afkomstig uit het gebied rond het water Reitdiep in de provincie Groningen. In dat gebied is het oppervlaktewater besmet met de bruinrotbacterie. De NVWA houdt het voor aannemelijk dat deze besmetting is veroorzaakt door de zomerstorm op 25 juli 2015 in het noorden van het land. De NVWA heeft dit echter, ondanks uitvoerig onderzoek, nooit kunnen bewijzen.
Opnieuw geen ringrot
De NVWA heeft in de toetsing vorig jaar opnieuw geen ringrot aangetroffen. Daarmee is het het vierde jaar op rij waarin het pootgoed vrij is van deze quarantaineziekte.
Recordaantal vondsten van chitwoodi
De NVWA heeft vorig jaar een recordaantal vondsten van Meloidogyne chitwoodi en Meloidogyne fallax gedaan. In totaal werden 57 vondsten gedaan in pootgoed, waarvan twee in aardappelen uit België en Duitsland. De meeste besmettingen zijn gevonden tijdens partijonderzoek in pootaardappelen in de aangewezen gebieden.
PSTVd
Ook is vorig jaar Potato spindle tuber viroid (PSTVd) gevonden in raketblad. De besmette partijen zijn vernietigd. Het zaad komt niet uit Nederland, maar is geproduceerd in Azië. De Groningse producent heeft de levering van het zaad stopgezet. In 2016 trof de NVWA PSTVd aan in kweekmateriaal van aardappelen bij een kleine aardappelteler in de Noordoostpolder.
Lees ook: Areaal met AM-besmetting na daling vorig jaar weer toegenomen