Annie Schreijer-Pierik: GLB-budget gaat 6 procent omlaag
GLB-beleid wordt eens in de zeven jaar hervormd. De laatste keer is dat gebeurd in 2014, voor de periode tot 2020. Vanaf 2021 wordt het GLB anders ingevuld en de discussie daarover is al druk bezig.
Maar bij het GLB hoort een budget, dat ook eens in de zeven jaar wordt vastgesteld. Het GLB-budget is onderdeel van het totale EU-budget, dat wordt bepaald in het zogenaamde Multi-jaarlijks Financieel Kader (MFK), door de minister-presidenten van de lidstaten.
Knauw
Ook over dat MFK wordt deze dagen druk onderhandeld. Lidstaten willen meer taken Europees neerleggen waar Brussel nu nog niet verantwoordelijk voor is. Dan gaat het bijvoorbeeld om grensbewaking of veiligheid – de bescherming tegen terroristische aanslagen. Maar dat kost geld, terwijl het EU-budget juist een knauw krijgt vanwege de Brexit.
Dat zou dus inhouden dat lidstaten meer moeten afdragen om het budget op peil te houden – iets waar de Franse en Duitse leiders, Emanuel Macron en Angela Merkel, zich voor hebben uitgesproken – of dat het geld wordt gevonden door op andere programma’s te korten – en dan vooral op de budgetten voor Landbouw en voor Regionale Ontwikkeling. Iets waar bijvoorbeeld de Nederlandse regering aan denkt; Marc Rutte heeft laten weten geen voorstander te zijn van een hogere Nederlandse bijdrage.
Puzzel
Het is een grote puzzel voor de Europese Commissie, die voorstellen moet doen voor een nieuw MFK waar alle lidstaten mee in kunnen stemmen. Volgens Schreijer-Pierik lijkt de Commissie in te zetten op een verlaging van het landbouwbudget met 6 procent. Maar de onderhandelingen lopen nog, en de voorstellen zullen eerder het startsein zijn voor politiek getouwtrek tussen de verschillende lidstaten. Ook het Europarlement heeft daar een stem in.
Schreijer-Pierik laat in ieder geval weten zich krachtig te verzetten tegen een verlaging van het Europese landbouwbudget. „Het is zeer belangrijk dat Europa zichzelf kan voorzien van voldoende voeding”, schrijft ze. „We mogen nooit afhankelijk worden van de goedheid van andere landen voor onze dagelijkse boterham.”